207 traal Bureau voor Statistiek kon ons hiervan geen gegevens ver schaffen. Wel weten we, dat van de 1061 Nederlandsche gemeen ten er 137 zijn met meer dan 10.000 zielen, zoodat er tenminste 137 uitbreidingsplannen moeten bestaan. We hebben geen idee van de streekplannen, hun omvang en hun uitvoering. Dit laatste moet niet onderschat worden; daar waar er vele kleine gemeenten bijeen liggen, in een zich sterk ontwikkelende streek, zooals b.v. Zuid- Limburg, daar vervangt voor al deze gemeenten samen het streek plan het uitbreidingsplan. We hebben U al gevraagd om aanvullende gegevens voor onze reeds gepubliceerde statistiek en we beloofden in het begin van mijn inleiding, U aan het werk te zetten: hier hebben we weer iets. Kan men ons bezorgen een opgave van de bestaande uitbreidings plannen en streekplannen? Ten eerste hun oppervlakte, gedeelte dat bouwrijp is, toestand en kwaliteit van de betrokken kadastrale plans, mededeelingen betreffende eventueel aanwezigen meetkundigen grondslag. Door te bedenken, dat van dit alles geen enkel statistisch gegeven bestaat, terwijl het toch hoog noodig is er iets van te weten en interessant is het genoeg zult U, hoop ik, geprikkeld wor den, het materiaal te verzamelen. Aannemende, dat de hermeting van die terreinen, die vallen in een uitbreidings- of streekplan, het meest urgent is, dan is voorts een urgentiezone van de tweede orde om het zoo maar eens te noemen te vormen, een van de derde orde, enz. Tot die van de tweede orde zouden b.v. moeten behooren de bebouwde kommen met plans op te kleine schaal, ontginningen e.d.; tot die van de derde orde de slechte plans van dure gronden. Ik som dit even op, om de gedachten te bepalen; variatie en een andere rangschikking is heel goed mogelijk. Wat wij moeten krijgen is een geheel uitgewerkt schema van her meting van het land, een werkprogram dus. Een dergelijk schema is alleen te maken, als men beschikt over de meest volledige ge gevens en het feit, dat een dergelijk schema tot op heden ontbreekt, is voor mij wel een aanwijzing, dat de zaak van de vernieuwing van het kadaster nimmer met den noodigen ernst ter hand is ge nomen. Er is een tijd geweest, dat onze Vereeniging een aIgeheele hermeting van het land propageerdeik geloof niet, dat er thans onder ons nog zijn, die redelijkerwijs de stelling zouden willen ver dedigen, dat een algemeene hermeting van het land moet worden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 207