213
Ik wil thans tot een slot komen; ik hoop, dat het mij gelukt is aan
te toonen:
1°. dat in de ruim 75 jaar, dat de vernieuwing van het Kadaster
aan de orde is gesteld, slechts ongeveer 8 is hermeten;
2°. dat van deze 8 bijna 2/3 gedeelte alweer is verouderd, zoodat
slechts een kleine 3 van ons land een kadaster bezit, dat aan
moderne eischen voldoet;
3°. dat de algeheele vernieuwing van het Kadaster, uit het oog
punt van kartografie, van techniek en van verhoogde zekerheid
van zakelijke rechten gewenscht blijft;
4°. dat deze algeheele hermeting voorshands een onbereikbaar ide
aal is;
5°. dat het toenemend gebruik van de kadastrale kaart speciaal
door de gemeenten voor uitbreidings- en streekplannen een ver
nieuwing urgent maakt in de allereerste plaats juist voor die
gebieden, die in de naaste toekomst zijn bestemd, voor be
bouwing in aanmerking te komen;
6°. dat voor de uitvoering van deze urgente hermetingen het op
stellen van een urgentieprogram de aangewezen weg lijkt;
7°. dat een spoedige uitvoering er van tevens vereischt aanvulling
en uitbreiding van het personeel van den landmeetkundigen
dienst van het Kadaster, opdat binnen het raam van het ge
wone werk eventueele hermetingen met kracht kunnen worden
voorbereid.
Als de vergadering de opgesomde punten als juist kan aanvaar
den, en de propaganda voor hermetingen ter hand wil nemen als
een zaak van algemeen belang, dan ligt de weg voor een aktie van
de Vereeniging duidelijk voor ons. De zaak van de hermetingen
heeft zooveel facetten, dat zij ruimschoots stof levert voor bespre
kingen in de afdeelingen en voor beschouwingen in Tijdschrift
en H. O.
Voorts moeten wij voor onze propaganda bij het Departement en
eventueel bij gemeentebesturen en streekplancommissies gedocu
menteerd voor den dag kunnen komen. Statistisch materiaal ont
breekt over bijna de geheele linie; het is aan de afdeelingen, de cor
respondenten en de leden individueel tot taak, dit materiaal voor
ons te verzamelen.
Reeds vroegen wij een aanvulling van de aanwezige statistiek: