217
2e. de technische werken.
Bij de Bestuurstaak vormt de landmeetkunde een zeer belangrijk
onderdeel; bij de technische werken is deze veel ondergeschikter.
Bovendien zal bij de uitvoering van de technische werken meestal
gebruik gemaakt kunnen worden van het landmeetkundig werk, dat
voor de bestuurstaak verricht werd en zal daarbij met eenig aan
vullend werk kunnen worden volstaan. Op de technische werken
kan ik niet uitvoerig ingaan, omdat de tijd daarvoor ontbreekt;
daarom zal ik mij hoofdzakelijk bepalen tot de bestuurstaak van de
Gemeente.
De bestuurstaak van de Gemeenten, voor zoover voor ons van
belang, omvat:
de uitvoering van de wettelijke verplichtingen opgelegd door de
Woningwet;
de controle op de openbare wegen, al of niet eigendom van de
Gemeente;
het beheeren van een gemeentelijk grondbedrijf;
het bevorderen van een economischen stadsuitleg en
het heffen van belastingen.
De Woningwet schrijft zeer nauwkeurig voor op welke wijze de
Gemeenten de belangen van de volkshuisvesting moeten dienen.
Artikel 2 legt aan de Gemeenten de verplichting op voorschriften
vast te stellen ter bepaling van de voorgevelrooilijn, waaronder
wordt verstaan de lijn, die bij het bouwen, het geheel vernieuwen
of veranderen, of het uitbreiden, behoudens afwijkingen, toegelaten
krachtens die voorschriften, aan de wegzijde niet mogen worden
overschreden. Evenzoo moeten achtergevelrooilijnen worden vast
gesteld.
Na de wetswijziging van 1931 schrijft dit artikel dus nadrukke
lijk voor, dat de Gemeenteraad voorschriften vaststelt ter bepaling
van de voorgevelrooilijn en de achtergevelrooilijn.
Uit de voorschriften moet dus duidelijk blijken waar de rooilijnen
moeten liggen en mag er dus geen enkele twijfel bestaan. Twijfel
kan alleen uitgesloten zijn wanneer de rooilijn in meetcijfers vast
ligt, of grafisch op een zoodanige schaal, dat meetcijfers daaruit
nauwkeurig zijn te bepalen.
Artikel 10 schrijft voor, dat bij de ontwerpen van rooilijnbeslui-
ten uitvoerige kaarten moeten worden gevoegd. De ontwerpen tot