218
vaststelling, aanvulling, wijziging of intrekking van voorschriften
van rooilijnen liggen gedurende tenminste 30 dagen voor de vast
stelling ter Gemeente-Secretarie voor een ieder ter inzage. Gedu
rende den termijn van 30 dagen kunnen belanghebbenden bij den
Gemeenteraad bezwaren indienen. Van de nederlegging geeft het
hoofd van het Gemeentebestuur in een of meer dagbladen van de
Gemeente of, bij het ontbreken daarvan, van een naburige Ge
meente, onverwijld kennis. Bovendien geeft het Hoofd van het Ge
meentebestuur van de nederlegging schriftelijk kennis aan de eigena
ren van de bij die voorschriften betrokken eigendommen, inge
schreven in de kadastrale leggers aan de bij die inschrijving ge
kozen woonplaats en aan de hypotheekhouders aan de bij de in
schrijving van de hypotheek gekozen woonplaats.
Indien de Gemeenteraad met de bezwaren van de belanghebben
den, bij de vaststelling van rooilijnvoorschriften, geen of onvol
doende rekening houdt, kunnen zij bij Ged. Staten aan wier goed
keuring de voorschriften onderworpen zijn, hun bezwaren indienen.
Houden ook Gedeputeerde Staten geen rekening met de ingediende
bezwaren, dan is er nog beroep op de Kroon mogelijk.
Tot driemaal toe krijgen de belanghebbenden gelegenheid van hun
bezwaren te doen blijken. De Woningwet wil aan de eigenaren zoo
groot mogelijke rechtszekerheid verschaffen.
Voor het vaststellen van een uitbreidingsplan wordt een soort
gelijke procedure gevolgd. Het ontwerp van het plan van uitbrei
ding moet in uitvoerige kaarten uitgewerkt, tenminste gedurende
vier weken voor een ieder ter inzage liggen. Belanghebbenden kun
nen hun bezwaren bij den Gemeenteraad indienen. Heeft de Ge
meenteraad het plan vastgesteld, dan ligt dit vastgestelde plan weer
14 dagen ter inzage. Dan kunnen belanghebbenden weer hun be
zwaren indienen bij Ged. Staten. Tegen goedkeuring van het plan
door Ged. Staten kunnen belanghebbenden beroep instellen bij de
Kroon.
Van de nederlegging van de uitbreidingsplannen wordt kennis
gegeven in de dagbladen en bovendien op de gebruikelijke wijze
aan de ingezetenen. Schriftelijke kennisgeving aan de eigenaren en
hypotheekhouders vindt hier niet plaats. Al is de kennisgeving niet
zoo uitvoerig als bij de rooilijnvoorschriften, toch is ook hier weer
gestreefd naar een zoo groot mogelijke rechtszekerheid.
Het bouwverbod, dat in artikel 35 geregeld wordt, geeft aan den