229 op het terrein rekening gehouden worden. Een ander onderdeel van de bestuurstaak van de Gemeente is de controle op de openbare wegen. Voor de totstandkoming van de Wegenwet werd het opmaken van de wegenleggers geregeld in de provinciale wegenreglementen. Op die leggers werden o.a. vermeld de breedten van de wegen en lengten van de gedeelten met ver schillende breedte. De eigendom van de wegen werd in het midden gelaten, ook het Kadaster gaf omtrent den eigendom geen uitsluit sel; de meeste wegen waren op de kadastrale kaart ongenummerd. Openbaarheid stond, van de wegen die op die leggers voorkwamen, niet vast. De Wegenwet heeft in die onzekerheid veel verbetering gebracht. Thans wordt de eigendom vermoed te zijn bij de Provincie, Ge meente of Waterschap, door welke de weg wordt onderhouden. Komt een weg voor op den legger, opgemaakt volgens de Wegen wet, dan staat de openbaarheid vast. Breedten en lengten van de wegen worden niet meer in den legger vermeld, zoodat het voorwerp van openbaarheid niet meer omschreven is. Op andere wijze zal dus vastgelegd moeten worden tot hoever de openbaarheid zich uitstrekt of met andere woorden, de grenzen van de wegen moeten nauwkeurig vastgesteld worden. Het Gemeentebestuur toch zal moeten toezien dat van den weg geen enkel deel aan de openbaar heid wordt onttrokken. In vele streken is dit moeilijk nl. daar waar tusschen de wegen en de aangrenzende eigendommen geen of ge brekkige scheidingen voorkomen. Bij het omploegen van de gron den wordt zoo gemakkelijk een deel van den weg omgeploegd of een greppel met grond gevuld, waardoor een deel van den weg aan de openbaarheid wordt onttrokken, ook zonder dat daarbij van eenig opzet sprake behoeft te zijn. Vele eigenaren weten zelf niet precies waar de grens tusschen hun eigendom en den weg ligt. Om tot de vaststelling van de weggrenzen te komen en daardoor onomstootelijk vast te leggen wat openbaar is, zal de hulp van het Rijkskadaster moeten worden ingeroepen. Om een behoorlijk ver loop van de wegen te verkrijgen, zullen de weggrenzen in overleg met de aanliggende eigenaren moeten worden bepaald, worden ver zekerd en in meetcijfers worden vastgelegd. De meetcijfers moeten in het bezit van de Gemeente zijn om geregeld controle op de weg grenzen te kunnen uitoefenen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 229