231
meente mag niet als rechter in eigen zaak optreden, maar moet op
dezelfde wijze behandeld worden als iedere andere eigenaar.
De vraag kan nu rijzen: moet het Kadaster aan een Gemeente,
die veldwerken, hulpkaarten en andere gegevens, behalve voor de
uitvoering van wetten, ook gebruikt voor haar Grondbedrijf, deze
gegevens wel geheel gratis verstrekken? Hierbij dient een onder
scheid gemaakt te worden. Er zijn Gemeenten, die Grondbedrijven
beheeren in het belang van de Volkshuisvesting, waarom zij bij het
aankoopen van gronden ook vrijgesteld worden van de registratie
rechten. Het algemeen belang wordt dan uitsluitend gediend en er
is geen enkele reden aan het Kadaster een vergoeding, in welken
vorm dan ook, te geven, Andere Gemeenten maken belangrijke
winsten op het Grondbedrijf. In die gevallen is er wel degelijk een
reden aan het Kadaster een vergoeding te geven.
In elk afzonderlijk geval zal dit dus bezien moeten worden en
zal de grootte en de vorm van de vergoeding moeten worden vast
gesteld.
Alle Gemeenten zijn naar mijn meening verplicht, de resultaten
van de eigen metingen ten behoeve van het Grondbedrijf verricht,
gratis ter beschikking van het Kadaster te stellen. Niet alleen de
veldwerken van verkochte gronden, maar ook die van uitgezette
en aangelegde wegen, coördinaten van vaste punten door de Ge
meente bepaald. Het Kadaster zal deze gegevens op hun waarde
moeten toetsen en moeten uitmaken of ze al of niet worden over
genomen en in het kadastrale archief opgenomen.
Wordt een veldwerk van verkochten grond verstrekt, dan zal
later ter plaatse door den landmeter van het Kadaster gecontroleerd
moeten worden of de verstrekte gegevens overeenstemmen met de
werkelijkheid, omdat het den privaatrechtelijken eigendom van de
Gemeente betreft. Deze controle is bovendien noodzakelijk, omdat
het bij verkochte gronden kan voorkomen, dat men bij het bouwen
te ver gaat en de uitgezette grens overschrijdt. In de practijk komt
dit meermalen voor. Zou het Kadaster de door de Gemeente ver
strekte gegevens klakkeloos overnemen, dan zouden de kadastrale
kaarten met den toestand op het terrein niet overeenstemmen. Deze
controle is geen omvangrijk werk, omdat de landmeter van het
Kadaster toch naar het terrein moet komen om het gebouwde op te
meten. Dat de landmeter van het Kadaster misschien voor deze
metingen wel eens wat laat komt is een voordeel. Hij meet dan een