243
Tenslotte verdient nog vermelding het verschijnen van het bijblad van ons
Tijdschrift, gewijd aan de Fotogrammetrie, zulks ingevolge de overeenkomst
tusschen K. en L. en de Nederlandsche Vereeniging voor Fotogrammetrie.
Spreker meent hiermede de voornaamste gebeurtenissen van het afgeloopen
jaar te hebben herdacht, echter zonder aanspraak te maken op volledigheid. Ook
vele leden, die niet met name zijn genoemd, hebben zich jegens de vereeniging
verdienstelijk gemaakt, zooals b.v. de correspondenten, de afdeelingsbesturen,
al degenen, die voordrachten of lezingen voor de afdeelingen hielden en nog vele
anderen.
Onder het uitspreken van den wensch, dat de discussies naar gewoonte een
geanimeerd en waardig verloop zullen hebben, verklaart de Voorzitter het
openbaar gedeelte van de algemeene vergadering voor geopend.
Vervolgens leest spreker een ingekomen telegram voor van den heer Polêe,
die zijn groeten en goede wenschen aan de vergadering zendt. Het bestuur zal
hiervoor namens allen bedanken. (Instemming).
b. Notulen van de vorige vergadering (Tijdschrift 1936, afl. 6).
Zonder discussies goedgekeurd.
c. Verslag ingevolge art. 16a Huish. Reglement (Tijdschrift 1937, afl. 4).
Goedgekeurd als voren.
d. De redactie van het Tijdschrift en de voorziening in de redactie.
De Afdeelingen Deventer en Amsterdam bevelen herbenoeming van de hui
dige redactie aan. Bij acclamatie wordt aldus besloten.
De Voorzitter merkt op, dat de drieledige redactie, zooals we die thans ken
nen, heden 5 jaar bestaat. Een jubileum, dat niet onopgemerkt voorbij mag gaan,
ofschoon de bekende bescheidenheid van de redactieleden zich zou verzetten tegen
een luidruchtige huldiging.
Spreker wil echter constateeren, dat wij op de vergadering, die gehouden werd
op 9 en 10 September 1932 te 's-Hertogenbosch, een goed werk hebben gedaan
met de instelling van een drieledige redactie en dat we, wat van nog meer belang
is, toen een goede keus hebben gedaan met de benoeming van de heeren Tien
stra, Jonas en H a r k i n k. Bij zijn laatste bezoek aan het Departement werd
het bestuur nog een compliment gemaakt over ons Tijdschrift. Ons Tijdschrift
mag er zijn, het staat op hoog peil. Spreker behoeft hierover niet langer uit te
weiden, alle aanwezigen weten het en allen zijn het er mee eens. Spreker is over
tuigd, aller gevoelens weer te geven, als hij de heeren Prof. T i e n s t r a, Mr.
Jonas en Harkink hartelijk dank zegt voor het vele en belangrijke werk,
voor het Tijdschrift gedaan.
Deze dank strekt zich ook uit tot de medewerkers, die belangrijke bijdragen
hebben ingezonden en in het bijzonder wil spreker gedenken de heeren Mr.
Jonas, Nikkels en Harkink, die zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt
met het samenstellen van den allen welbekenden klapper op het Tijdschrift.
Vooral de heer Nikkels verdient een woord van hulde, omdat hij, hoewel
staande buiten de redactie, een belangrijk aandeel in de enorme hoeveelheid werk
op zich heeft genomen.