252 van de groote belangstelling, welke er in de rijen van de beoefenaren van de landmeetkunde en de geodesie bestaat voor dingen, welke, hoewel behoorende tot het vak, toch afwijken van den dagelijkschen gang van zaken. Dit te stimuleeren en te leiden behoort tot de taak van de Federatie. Dit deed de Voorzitter, Prof. J. M. Tienstra uitkomen in zijn openings woord, waarbij hij de Congressisten het welkom toe riep en woorden van dank sprak aan het adres van het vertrokken lid van het Dagelijksch Bestuur, den heer K. van der Molen en tot den heer F. H a r k i n k, die zich wederom zeer verdienstelijk had gemaakt bij de voorbereiding van het Congres en wel vooral met de uitgave van de Congrespublicaties. Na de mededeeling dat de duur van de commissie Fotogrammetrie en {Carto grafie werd ingekort tot uur en de commissie Landmeetkundige Techniek werd verlengd met 1 uur, verklaarde hij het Congres voor geopend. Hierna werden de eerste agendapunten vlot afgewerkt, waarvan hier valt te memoreeren dat het aftredende lid van het Dag. Bestuur, de heer O. J. Jonas bij enkele candidaatstelling werd herkozen en in de vacature VanderMolen werd gekozen de heer G. F. W i 11, eveneens bij enkele candidaatstelling. Na een korte bespreking werd het Hoofdbestuur gemachtigd, het eerstvol gende Congres te organiseeren in het voorjaar van 1939. Aanbevolen werd over leg te plegen met de aangesloten vereenigingen om na te gaan welke combina ties van vergaderingen mogelijk zijn. De vergadering keurde het verder goed, dat in dit geval voor eenmaal de bestuursfuncties een half jaar doorloopen. De bepaling van de plaats waar het Congres in 1939 zal worden gehouden, werd aan het Hoofdbestuur overgelaten. De Voorzitter gaf vervolgens een uiteenzetting omtrent zijn oordeel over de z.g. „conclusies" van een congres. Hij zou daarmede zeer voorzichtig te werk willen gaan en hij zou de com missies willen aanraden zuinig met conclusies te zijn en eerder in de slotzitting mededeeling te doen van het behandelde. Eventueel kan dan op een volgend Congres, na publicatie van de besprekin gen, een oordeel worden uitgesproken. Het kan zijn nut hebben op te merken, dat de conclusies ook nog te onder scheiden zijn, bijv.: a. conclusies, waarin aan het Hoofdbestuur wordt verzocht iets te doen, bijv. een commissie te benoemen. Het Hoofdbestuur zal daaraan al dan niet ge volg geven; b. conclusies, waarin een wetenschappelijke uitspraak is besloten. Deze conclu sies kunnen voor kennisgeving aangenomen worden en de inhoud zal haar waarde bepalen; c. conclusies omtrent organisatorische vragen en omtrent de positie van de be oefenaren van de landmeetkunde. Op deze laatste groep zal wel vooral de waarschuwing van den Voorzitter slaan, alhoewel het o.i. toch duidelijk is, dat het Hoofdbestuur zoodanige con clusies voorzichtig zal hanteeren en het in beginsel wel aan de aangesloten vereenigingen zal overlaten met deze conclusies te werken. Hierna verdeelden de congressisten zich over de commissies, waarvan hier de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 252