263 lijk wegens tijdgebrek, hetgeen ernstig moet worden betreurd. De heer H o u b e n stelt aan inleider de vraag, welke de kosten zullen zijn, verbonden aan het identificeeren van de nieuwe kaarten. Prof. Ir. Schermerhorn waarschuwt met den meesten aan drang tegen het toegepaste procédé, ziet daarin niet alleen geen heil, maar acht de verkregen nauwkeurigheid van dien aard, dat het Kadaster op deze wijze nooit verbeterd zal kunnen worden, zijn oordeel baseerende op eigen ervaringen op dit gebied gedurende de laatstverloopen acht jaren. De heer H o 1 vraagt nadere inlichtingen betreffende correctostat. Prof. Von Gruber is van meening, dat de volgens het hier voor genoemde procédé vervaardigde kaarten nooit kadasterkaarten kunnen worden. Nadat door den Voorzitter aan de vergadering gevraagd is, of deze naar aanleiding van het gesprokene een conclusie wenscht te nemen, hetgeen door den heer A 11 e m a, welke voorstelt de proef verder voort te zetten, ontraden wordt, en nadat de Vergadering de heeren Bramlage en W o 11 h u i s heeft voorgedragen voor de benoeming tot Voorzitter, resp. Rapporteur voor het eerstvol gend Congres, wordt de vergadering gesloten. COMMISSIE III. Recht en Administratie. Naar aanleiding van het verslag van de commissie in zake de aanwijzing van grenzen, acht de heer F. A 11 e m a hetgeen ver kregen wordt door de handteekening van den aanwijzer op het veldwerk, niet op te wegen tegen de moeite welke dit kost. Hij ver wacht ook, dat men zijn handteekening niet meer zal willen zetten, wanneer eenige malen in de praktijk gebleken is, dat daaraan juri dische gevolgen verbonden zijn. Hij vreest dat men in juridische kringen het zwaartepunt van het veldwerk in de handteekening zal willen gaan leggen. Ook heeft spreker bezwaar tegen het teekenen van een veldwerk in blanco, als de aanwijzer vertrekt voor het be gin van de meting. De heer C. H. B. de K o r v e r wil op de oproepkaart een re- daktiewijziging aanbrengen, zoodat van de voorgenomen komst van den landmeter met zooveel woorden op de kaart wordt kennis ge geven. Ook vreest spreker, dat ten plattelande een afkeer zal be- V oorzifter: W. van R i e s s e n. Rapporteur: W. A. v an de r W er tl.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 263