281 soonlijk mede te deelen als hij het volgend jaar afscheid van zijn betrekking zou nemen. Ik moet mij thans vergenoegen met het hier neer te schrijven, doch ik stel er prijs op dit te doen. Na mijn vertrek uit het Kadaster heb ik het voor recht gehad Kwisthout meer van den persoonlijken kant te leeren kennen en wel door onze samenwerking in de commissie voor de Handleiding voor de Technische werkzaamheden. Scheidingslijnen tusschen chef en ondergeschikte, die nu eenmaal steeds bestaan, waren weggevallen. Toen kon ik mij overtuigen van het eminente in deze figuur. Hoe dikwijls heb ik hem in stilte zitten bewon deren voor zijn groote belangstelling voor het vak. Geen moeite was hem te veel, hem die reeds de 60 gepasseerd was, zich nog te verdiepen in allerhande nieuwig heden. Hij wilde steeds nauwkeurig begrijpen waar het om ging en bij de kleine wrijvingen, die tusschen personen van verschillende generaties gemakkelijk ont staan, die hier dan zakelijke wrijvingen waren, was het de verstandige wijsheid van den oudere, die de juiste oplossing uit de moeilijkheden wist te vinden. In het werk voor deze handleiding culmineerde zijn liefde voor het vak. Met welk een zorg en toewijding heeft hij zijn deel van het werk gepresteerd. Groote vreug de was het dan ook voor hem toen, het was drie dagen voor zijn overlijden, de laatste bijeenkomst gehouden kon worden ter constateering van het feit, dat alles gereed was en ter vaststelling van den begeleidenden brief. Op het werk, dat hem zoo lief was, heeft hij de kroon niet mogen zetten Veel heeft de landmeetkunde aan Kwisthout te danken; hij zal zeer ge mist worden. Rust in vrede Kwisthout, rust zacht brave vriend. J. M. TIENSTRA. Op den 21 en November 1937 overleed de heer Th. L. Kwisthout, inge nieur-verificateur van het Kadaster te Amsterdam. Een plotselinge dood ontnam hem aan zijn vrouw, zijn vele vrienden en aan ons dienstvak, waaraan hij geroepen was als hoofdambtenaar leiding te geven gedurende de laatste 12 jaren in de provincie Noord-Holland. Een veelomvat tende taak was aan zijn zorgen toevertrouwd en rustte in zeer bevoegde handen. Zijn ambtelijke loopbaan naderde het einde, maar onverflauwd nog waren zijn toewijding en zijn aandacht voor de belangen, niet alleen van het tegenwoordige, maar ook van de toekomst van onzen dienst. Het is ons een behoefte bij zijn overlijden hier uit te spreken de groote waar deering en hoogachting, die wij gevoelden voor den heer Kwisthout als mensch en als hoofdambtenaar. Wij hadden hoogachting voor zijn uitgebreide kennis en ruimen blik, zijn tact en begrip voor de zienswijze van anderen, wij waardeerden zijn blijmoedigheid en zijn warme belangstelling voor die onder zijn leiding werkzaam waren. Wij hadden groot respect voor de wijze, waarop hij die leiding wist te geven. Wij zagen in hem den geboren hoofdambtenaar, wiens heen gaan wij diep betreuren. Voor de landmeters van het Kadaster te Amsterdam, M. DE VROOME.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 281