42 (1) (2) waarin: waaruit dan volgt voor de gezochte vergelijking: ai -4- bi Vj -j- fi vi waarin: fi 'fi' ixi T 200g) Als ni het totaal aantal richtingen van de serie is, op het station Ai gemeten en deze serie bestaat uit ni 1 richtingen naar bekende punten en 1 naar het te bepalen punt, dan is: voor het geval de coördinaten van de gegeven punten als fout loos worden aangenomen. Wij willen voorloopig ook hier een be nadering invoeren, die vrij algemeen gebruikelijk is, en alle g; 1 stellen. Trouwens de complicatie van ongelijke gewichten zullen we toch onder het oog moeten zien voor het geval de gegeven pun ten niet als foutloos worden beschouwd, zoodat we deze kwestie later uitvoerig zullen behandelen. De vergelijkingen 1vormen het uitgangspunt voor de gra fische vereffening. Dit impliceert dus het feit, dat het steeds noo- dig is, de benaderde coördinaten en dito richtingen langs den weg der berekening te bepalen. We kunnen elke vereffening, waarbij 2 hulponbekenden optreden, grafisch uitvoeren. We generaliseeren daartoe de beteekenis van f en vj door deze te beschouwen als de rechthoekige coördinaten van een punt: fp en np zullen we de door ons gezochte correcties noemen, zoodat we moeten schrijven voor 1 ni 1 7 ai T bi vjp "T fi vj (3) In figuur 1 is op het assenstelsel f, vj de lijn Fig. 1. geteekend. Volgens de bekende formule voor den afstand van een punt tot een rechte, is de afstand van P, met coördi naten fp, vjp tot de rechte (4): ei PT of volgens (3): ai -j- bijjp^-f-_fi l/ai2 bi2 ei PT |Xai24 bi2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 42