46 gekozen coördinatensysteem f, yj. Dit laatste heeft alleen gediend om de figuur te construeeren en moet later alleen dienst doen, om de bedragen van |p en yt> te kunnen uitmeten. Als we van een andere benadering waren uitgegaan, een ander punt Po hadden gebruikt, moesten we tot hetzelfde resultaat komen. Ook is de richting van het assensysteem yj niet van wezenlijke beteekenis voor de constructie van het definitieve punt. Uit deze overweging vloeit voort, dat we de beide hulprechten geheel willekeurig kun nen kiezen (mits evenwijdig) en dat we ook op elke rechte een willekeurig nulpunt voor het uitpassen der grootheden f; kunnen aannemen. Dit laatste is ook direct te zien aan (11) en (12), om dat optelling bij alle £'s van een constante, de geldigheid van de formules niet verstoort. Bij de draaiing van het assensysteem veranderen de grootheden a en b. Omdat we de a's noodig hebben, moet onder oogen worden gezien, hoe we deze voor elke willekeurige richting van het assen stelsel op niet al te ingewikkelde wijze kunnen bepalen. V a n d e r S t e r r doet dit als volgt. In figuur 3 is de hoek /34 100 "+V, welke uitdrukking alge meen geldt; dus: 3i=100-¥i' (13) Verder was: derhalve volgens (13) of ook, zie figuur 3: cos 4V 10 h' 2_ p2 sin* (3j 1 100 h'2 ,2_ I P2*™27> (15) 100 h'2 1 VanderSterr geeft aan, op doorschijnend papier een teeke- ning te ontwerpen als in figuur 4 aange geven; een kwartcirkel met een verdeeling voor de functie sin2 (3\. Legt men dus dit nomogram op het teekenblad, met het mid delpunt in S4 en de nul langs de hulprechte, dan leest men bij de rechte (4) op den Dg. 4. „gradenboog" de waarde van sin2 (3; af. Uit (14) en (15) blijkt, dat het onverschillig is welke van de a. -

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 46