47
hoeken in S4 men neemt. Men kan steeds den scherpen hoek ge
bruiken, waardoor het nomogram tot een kwartcirkel beperkt kan
blijven.
De afstand h' uit (14) past men uit op een kaart, waarna men
met een kleine berekening gemakkelijk a\2 kan vinden.
Op deze wijze heeft men een bepaling van ai, die voor elke wille
keurige richting van het assensysteem vrij gemakkelijk is uit te
voeren
De wijze, waarop het definitieve punt kan worden gevonden ligt
nu voor de hand. Men gebruikt twee stelsels van evenwijdige hulp
rechten, waardoor twee rechten, als meetkundige plaats van het
definitieve punt, worden bepaald. Het snijpunt levert dus het ge
zochte punt.
De bepaling van de grootheden a volgens Van der Sterr,
is niet geheel en al bevredigend. In de eerste plaats moeten 2 groot
heden worden uitgemeten, nl. sin2.|3i en 1/, dan moet 1;' worden
gekwadrateerd en moet een deeling worden uitgevoerd. (De con-
stante kan worden verwerkt in de becijfering van den „gra
denboog".) Dit is nogal omslachtig. Een grooter bezwaar evenwel is,
dat men op deze wijze geen oplossing kan vinden voor het vraag
stuk van de achterwaartsche richtingen, waardoor deze geheele me
thode voor de grafische vereffening een groot deel van haar be
koring verliest. Een handelwijze, waarbij deze nadeelen worden
ondervangen, zal in de volgende worden ontwikkeld.
5. In figuur 5 stelt A; een gegeven en P0 het gevraagde
punt voor. We hadden:
f Is de schaal van de kaart,
waarop de punten Ai en Po
X,4 zijn geteekend, 1 s, dan is
voor li' in meters in de tee-
i kening het lijnstuk P0 Ai gelijk
100 1,'
aan cm. Dan kan ge
schreven worden:
„2
Q i
Fig. 5.