50
Verder was:
en
li' Po Ais
(Zie 5). We hebben dus volgens (17).
(18)
of:
(19)
s <r
Vatten we nu de stukken P0 V en P0 A; op als de coördinaten
van een punt op een rechthoekig stelsel, dan liggen de punten,
waarvoor fi constant is op een orthogonale hyperbool. In figuur
6 is dit nomogram schematisch geteekend voor het geval s <r 10
genomen wordt.
Voor de constructie van de rechte ai f -f- bi vj 4~ fi 0 van de
foutentoonende figuur hebben we niets anders te doen, dan het
nomogram met de 1-as (de assen van het nomogram zijn 1 en d
genoemd) langs de lijn Po Ai Ai van de inverse figuur te leggen
met den oorsprong in P0, en in het nomogram een punt B; te
zoeken, dat op de hyperbool met het rangnummer, aangegeven
door het bedrag van fi, ligt en op de loodlijn, die in Ai op de
as 1 opgericht is. B; wordt met een naald op het teekenblad
doorgeprikt, waarna de gezochte lijn door B; evenwijdig met de
lijn Po Ai A; wordt getrokken. Deze evenwijdigheid volgt uit
figuur 2; in de omgeving van Po zijn wegens het geringe bedrag
van fi de lijnen Po Ai en B A, evenwijdig. Voor het geval fi ne
gatief is, wordt het nomogram met den achterkant boven gebezigd.
Op hetzelfde blad papier krijgt men dus kaart, inverse figuur en
foutentoonende figuur voorgesteld met schalen resp. van 1 s; 1 s
en 1 <r.
Door het gebruik van de nomogrammen is de constructie van de
beide laatste figuren geheel automatisch geworden. De regelmatige
voortgang van het werk behoeft nimmer te worden onderbroken
door hinderlijke en tijdroovende overwegingen over eenheden en
teekens. Het eenige waarop gelet behoeft te worden is, de schalen
zoo te kiezen, dat eenerzijds de figuur niet te groot wordt, ander
zijds de resultaten voldoende nauwkeurig zijn af te lezen.
7. Voor de constructie van het definitieve punt wordt nu de