52 [ai] b/ bi Lbi] fi' f. [fi] Door de reductie hebben (22) geheel het karakter van correctie vergelijkingen van voorwaartsche richtingen verkregen. De groot heden fi' worden in het hulp formulier berekend, zoodat als eenige moeilijkheid overblijft de bepaling van ai' en bi'. Deze kan echter op zeer eenvoudige wijze in de inverse figuur worden verkregen (fig. 7). Op de ge wone wijze met nomogram 1 zijn de inverse punten A; geconstru eerd. De grootheden: N en W n n kunnen worden opgevat als de coördinaten van het zwaartepunt Z van de punten Aiwaaruit volgt, dat a; en b, de coördinaat- verschillen zijn van de punten Ai met Z. Nadat Z geconstrueerd is, worden de punten A; verschoven over een afstand en in een richting, gelijk aan die welke noodig zijn om Z op P0 te doen vallen. De coördinaten van deze ver schoven punten op het stelsel a, b zijn dan de gereduceerde coëfficiënten a' en b'. De verschoven punten Ai bewijzen dus voor de achterwaartsche richtingen geheel dezelfde diensten als de punten Ai voor de voor waartsche. Men gebruikt dus bij binnenrichtingen de punten Ai voor de constructie van de foutentoonende figuur en het is de coör dinaat ,,a" van deze punten, die optreedt in de formules (11) en (12). Zijn eenige series achterwaartsche richtingen te vereffenen, dan moeten eenige zwaartepunten, voor elke serie 1, worden geconstru eerd; nieuwe gezichtspunten levert dit dus niet op. Hoeken wor den als series van 2 richtingen beschouwd. ai ai n Fig. 7.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 52