57 (vergelijk figuur 6). Het stuk Bi V is nu inderdaad gelijk aan Ai Po en P V gelijk D Bi. Bij het punt B;, dat we dus direct des tijds bij zijn ontstaan goed hebben moeten merken, lezen we nu op de hyperbolen f de v af. Moet om den gewenschten stand te verkrijgen, het nomogram met den achterkant boven worden gelegd, dan is v negatief. Het is duidelijk, dat niet steeds de punten P en P0 op de verlengden van de assen behoeven te liggen, zij kunnen ook op deze zelf ge legen zijn. Uit de v's wordt dan op de gewone wijze m2 bepaald. Op een rechthoekig assenstelsel met oorsprong in P was de ver gelijking van de foutenellips [aa] f'2 -f- 2 [ab] fv\' [bb] vj'2 m2. (30) Het doet er niet toe, welk assensysteem wij ons hierbij denken, de vergelijking is algemeen. Laten we dus denken, dat de x-as in de richting loopt van het eerste stel hulprechten. De snijpunten van de ellips met de x-as krijgen we, als we in (30) y nul stellen. We vinden dan: f'= m^ [aa]' Deze [aa] hebben we reeds. Het is de noemer van (11) en (12). In figuur 10 zijn (S) en (T) een stel evenwijdige hulprechten; Sm en Tm de op deze rechten geconstru eerde punten van de eerste meet kundige plaats van P. Door P is nu de lijn Ei E2 ge trokken evenwijdig met (S) en (T) en op deze lijn terweerszijden van P zijn de punten Ei en E2 uitgezet op een afstand zooals boven aan- gegeven van m' [ai as]' De raaklijnen in Ei en E2 aan de ellips kunnen ook geteekend worden. Zij loopen evenwijdig met Sm Tm. Dit is als volgt in te zien. Op het oorspronkelijke f v\ systeem (oorsprong in P0), dat we willekeurig kunnen oriënteeren en zoo denken, dat de f-as even- Fig. 10.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 57