70 geheele volk nog een onafzienbaar veld van werkzaamheid op velerlei gebied. En zelfs binnen de engere grenzen van Nederland zelf vindt ieder, die een taak met wetenschappelijken zin en om haar zelfs wille wenscht te aanvaarden, gelegenheid tot volle satisfactie in zijn werk. Maar een verlangen tot het blikken over grenzen heen, en naar expansie van den geest over wijder kringen, is nu eenmaal inhaerent aan een gezond en jong leven. Ik zal trachten er een eerzucht in te vinden, de jonge menschen, die zich onder mijn lessen willen scharen, hun taak, ook op het bescheiden gebied van mijn onderwerp, als ruim te doen zien. De reden waarom ik, ook in verband met het voorgaande, als onderwerp van mijn eerste les heb gekozen het gebruik van den bodem in Nederlandsch Indië, ligt, behalve dat dit onderwerp mij zeer na is, hierin, dat deze archipel wat dit betreft in het algemeen een uiterst gevarieerd beeld te zien geeft. De biogenetische grondwet zegt, dat elk organisme bij het indi- vidueele ontstaan zeer verkort en zeer snel dezelfde ontwikkeling doorleeft, die de soort bij haar ontstaan in de geschiedenis heeft moeten doormaken. Men zou, zonder deze wet al te veel geweld aan te doen en de Nederlandsch-Indische gemeenschap opvattend als individueel organisme, kunnen zeggen, dat zij op analoge wijze een verkort beeld zou moeten geven van de geschiedenis der ge heele menschheid. Ook op het gebied van het gebruik van den grond. Ik geloof, dat dit inderdaad zoo is. En daar komt dan nog bij, dat men er thans tegelijkertijd vormen van gebruik van den grond kan aantreffen, die elders eeuwen uit elkaar liggen. De Papoea's in Nieuw Guinea leven in den meest letterlijken zin van het woord nog in het steenen tijdperk. Er steekt een diepe zin in de twee ge heel overeenkomstige voorstellingen, die men in het Koloniaal In stituut naast elkaar kan zien: „Nieuw Guinea 20ste eeuw na Chr." naast „Europa 20-ste eeuw vóór Christus", met daarbij wapens en werktuigen uit die perioden, die men gemakkelijk met elkaar zou kunnen verwarren. En naast de oeroude vormen van bodemgebruik op Nieuw Guinea, naast de bouwvelden in het bosch, waarvoor de primitieve menschen de boomen met steenen bijlen moeten omhak ken, precies zooals onze voorouders dat zelf duizenden jaren ge leden hebben moeten doen, heeft men op Java en Sumatra de mo-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 70