72
overwegende beteekenis een hoogere vorm van bodemcultuur, de
z.g. ladangbouw.
Deze bestaat hieruit, dat de familie of de groep van families, die
den stam of het dorp vormen, een stuk van het bosch omhakt,
af laat branden en tijdelijk in cultuur neemt. De cultuurphase van
dit „ladangen" duurt, afhankelijk van de vruchtbaarheid van den
grond en van de moeite, die men voor het wieden wil nemen, een
of enkele jaren, waarna het terrein wordt verlaten en een nieuw
stuk bosch in bewerking wordt genomen.
Oorspronkelijk nam men vrijwel steeds een nieuw stuk oerbosch,
omdat de maagdelijke grond daar productiever is dan waar hij door
een vorigen ladangbouw een deel van zijn plantenvoedende stof
fen heeft verloren.
De afgeladangde stukken bosch gaan in gunstige omstandighe
den vooral in regenrijke gebieden spoedig weer in secundair bosch
op, dat, indien het onaangetast kan blijven staan, ten slotte niet
meer van oerbosch is te onderscheiden. Doorgaans echter komt er
brand in het jonge bosch op de vroegere ladangs. De brand kan
zeer gemakkelijk overslaan bij het maken van nieuwe ontginningen,
waarbij telkens weer gebrand moet worden en ook in zeer regen-
rijke streken, waar men feitelijk volstrekt geen steppen, maar bosch
zou moeten verwachten, ontstaan aldus groote oppervlakten door
een handjevol menschen veroorzaakte alang-alang vlakten, steppen
begroeid met een hooge grassoort (Imperata arundinacea)die zelfs
in korte droogteperioden gemakkelijk opnieuw afbrandt en zeer
ongunstige gevolgen heeft voor de vruchtbaarheid van den grond.
In streken met een klimaat met onvoldoenden regenval voor de
begroeiing met bosch, heeft men natuurlijke steppen, die, omdat zij
door den geringen regenval weinig aan afspoeling onderhevig zijn
een statisch karakter hebben. Het gebruik van den grond daar,
oorspronkelijk voor veeweide, laat ik thans buiten beschouwing.
De anthropogene steppen in regenrijke gebieden daarentegen zijn
aan bijzonder sterke afspoeling en uitlooging onderworpen en kun
nen snel tot waardeloos land degenereeren, dat zonder bijzondere
maatregelen niet weer tot bouwland is te gebruiken.
Bij een zeer schrale bevolking, zooals oorspronkelijk wel overal
in het tropische oerboschgebied het geval geweest zal zijn, heeft
dit proces voor het land als geheel genomen geen schadelijke ge
volgen. Ook al zou ergens de bestaansmogelijkheid voor den mensen