8
en vermenigvuldigd met sin2z:
2 cos z sin-? -j- tg 5 1 -j- cos2 z) 0
COS d
of gedeeld door tg S
7 2 sin cp
COS2 z 7- COS z -- 1 0
sin 0
sin© I sin2©
cos z 1/ - f - 1.
sin 0 r si n a
De term onder het wortelteeken moet gelijk of grooter zijn dan
nul, zoodat de formule slechts geldigheid bezit voor het gebied
cp^S.
In het geval 9S wordt cos z 1 of z 0. De ster staat in
het zenith en er is geen azimuth. Voor S voldoet slechts één
wortel, n.l. bij sterren met een positieve declinatie de min wortel,
bij die met negatieve declinatie de plus wortel. Nemen we als
voorbeeld de heldere ster? Deneb (x Cygni) uit het "sterrenbeeld
de Zwaan (declinatie 45°03'15", rechte klimming 20u39m19sec)
De waarde van z, overeenkomende met een minimale beweging in
het azimuth uit bovenstaande vierkantsvergelijking opgelost, levert
een zenithsafstand van 51°52'53", correspondeerende met een uur
hoek van 82°25'13" (5u29m41sec). Overeenkomstig hetgeen ge
zegd is bij de poolster, is hier het gunstigste moment van waarne
ming 2u9m of 15u9m38sec plaatselijken sterretijd. Voor dit geval
is de coëfficiënt van At 0,5744.
Onderwerpen we tenslotte eens een ster op het Zuidelijk half
rond aan een nader onderzoek. We nemen hiervoor Sirius (x Canis
Majoris). Hier blijkt de gunstigste zenithsafstand te zijn 100°46'45",
overeenkomende met een uurhoek van 86°07'40". Het gunstigste
moment van waarneming is dus, wanneer de ster boven den horizon
komt, al reeds voorbij. Bij een zenithsafstand van 78° bedraagt
de coëfficiënt van At echter reeds 0,889.
Men kan ook, zonder eerst den zenithsafstand uit te rekenen,
rechtstreeks den uurhoek t bepalen op het moment dat de bewe
ging in het azimuth minimum is.
We substitueeren daartoe in de formule cos2 z 2 sin 9 cos z _j_
sin d
1 0 de waarde van cos z zooals deze volgt uit den cosinusregel
cos z cos (90 cp) cos (90 S) sin (90 cp) sin (90 S) cos t
of cos z sin cp sin S cos cp cos S cos t.