9
We vinden dan
sin2 cp sin2 3 -f- cos2 99 cos2 3 cos21 2 sin <p sin 3 cos <p cos 3 cos t
2 sin <p 2 sin <p n
- X sin cp sin 3.- cos <p cos I cos t 1 U
sin 3 sin 3
waarin we voor 1 sin2 cp -)- cos2 cp zetten.
sin2 cp sin2 3 cos2 cp cos2 3 cos2 t -j- 2 sin cp sin 3 cos cp cos 3 cos t
2 sin2 cp 2 sin cp cos cp cotg 3 cos t -f- sin2 cp cos2 cp 0
sin2 cp sin2 3 -j- cos2 cp cos2 3 cos21 2 sin cp sin 3 cos cp cos 3 cos t
cos2 <p sin2 cp 2 sin cp cos cp cotg 3 cos t 0
cos2 cp sin2 cp (1 sin2 3) X cos2 cp cos2 3 cos21 -f- 2 sin cp cos cp
cos t (sin 3 cos 3 cotg J) 0
2 sin cp cos cp (sin 3 cos 3 cotg 3)
cos21 HX cos t
cos2 cp cos2 3
cos2 cp sin2 cp cos2 3q
cos2 cp cos2 3
2 sin cp cos cp (sin2 3 cos 3 cos J) n
cos t 1P9 X cos t -j- sec2 3 tg2 99 0
cos2 99 cos2 3 sin 3
2 sin cp (sin2 3 1) 2 2o
cos2 t HX X COS t sec2 3 tg2 cp 0
cos 99 cos 3 sin 3
2 sin 99 cos2 3 9 ,2.n
cos21 x cos t sec2 3 tg2 cp 0
cos 99 cos 3 sin 3
cos21 2 tg 99 cotg 3 cos t sec2 3 tg2 99 0
cos t tg 99 cotg 3 (X tg2 cp cotg2 3 sec2 3 tg2 99
tg 99 cotg 3 V tg2 cp (1 cotg2 3) sec2 3
cos t tg 99 cotg 3 1/ tg2 cp cosec2 3 sec2 d.
Evenals bij de afleiding van den gunstigsten zenithsafstand moet
de vorm onder het wortelteeken gelijk of grooter zijn dan nul dus
cp 3. Bij <p 3 is cos t 1 of t 0. De ster staat, bij een uur
hoek nul, in het zenith en geeft geen azimuth. Bij positieve declina
ties voldoet de min wortel, bij negatieve declinaties de plus wortel.
Ter bepaling van het gunstigste moment van azimuthsbepaling
voor hemellichamen met een declinatie van 20° tot 90°, con
strueerde ik voor een breedte van 52°20'55" het hierbij gereprodu
ceerde nomogram (gedeelte B), waarvan het gebruik voor zich
zelf spreekt. Wil men bijv. van Capella (x Aurigae) dit gunstigste
moment weten, dan richt men in het punt 3 45°56 op de verti
cale declinatieas een loodlijn op en bepaalt het snijpunt hiervan met
