9 worden ingeboet. Denk ik mij een kaart zonder KAD-punten, en bijgehouden door inmeting van de veranderingen aan de teekens van de kaart zelve, dan vrees ik, dat zij, na een 100-jarige bijhouding, er niet gunstiger voor zal staan dan de ruim een eeuw oude kadastrale kaart van heden en al evenzeer, dat het schrikbeeld van een groote verzame ling veldwerk zonder onderling verband, alsdan zal herleefd zijn. Een kaart, waarin de KAD-punten wel opgenomen zijn en bijge houden naar de huidige kadastrale methode, verliest geleidelijk aan beteekenis; zij geeft alzoo aanleiding tot de vraag of het wel zin had, haar in het leven te roepen. De moeilijkheid, dat eigendomsscheidingen uit de lucht veelal niet zichtbaar zijn, is, naar verluidt, niet van overwegend bezwaar, omdat het nieuwe procédé uitsluitend wordt aanbevolen voor het Noorden en het Westen van ons land, waar de bodemindeeling door duidelijk opneembare terreinsafscheidingen, als slooten, trek ken, etc. is aangewezen. In de onderstelling, dat het aantal tot één stereoscopisch beeld te vereenigen fotografiën, naar behoefte kan worden uitgebreid, moet ik aannemen, dat vele dier grensteekens naar hun natuurlijk voorkomen in dat beeld zullen optreden. Toch moet ik, op gevaar af mij aan een verklaring van onbevoegdheid bloot te stellen (ik had tot mijn spijt nog nimmer het voorrecht een landschapsbeeld in de stereocartograaf te bewonderen), het nog in twijfel trekken, of inderdaad alle slooten, zonder uitzondering, over hun geheele lengte een zuivere weergave zullen demonstreeren van hun water oppervlak of, ingeval zij droog staan, wat in onze hooge bouw- polders veelvuldig voorkomt, van hun bodem, en ook moet ik de vraag stellen, of een mogelijk scheeve stand van terreinscheidin gen, die zich boven den grond verheffen, niet verhindert om uit hun beeld de juiste plaats van de eigendomsscheiding, die zij ver tegenwoordigen, af te leiden. En dan dezen misschien ongegronden twijfel daargelaten is een stereoscopisch landschapsbeeld nog geen kadastrale kaart. Hoe komen we aan de eigendomspunten. die het Kadaster noodig heeft om de lijnen te trekken, die zijn eigendomsperceelen inslui ten? Een bovengrondsche terreinsafscheiding is niet een betrouw bare aanwijzing van de plaats van een eigendomsscheiding; van een terreinsingraving ligt niet altijd de eene helft op het eene, de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 11