13 meters", dat naar ik meen is uitgegaan van den cartografischen dienst yan de K. L. M. Luidens die verslagen bereikten deze instellingen, door samen stelling van hun kaarten met behulp van luchtfotogrammetrie, een besparing van ongeveer 25 op de kosten van kaarten vervaardigd naar vorige methoden. De topografische kaart voldoet geheel aan haar bestemming, als zij de voor ieder waarneembare details van het terrein weergeeft en een goede luchtfotografie zal wel alle gegevens bevatten, welke voor samenstelling van die kaart noodig zijn. De kaarten, die de K. L.M. vervaardigt, zullen zeker niet aan hoogere eïschen behoe ven te voldoen. Een Kadaster, dat in de eerste plaats de belangen van den grond eigendom wil dienen, vindt op de fotografische plaat geen enkele lijn, die het zonder discussie als eigendomsscheiding in zijn archief kan overnemen. Reeds uit dezen hoofde alleen wordt het aanvul lende werk voor den kadastralen dienst van zéér grooten omvang. Houd ik er dan nog rekening mee, dat de Topografische Dienst voor zijn oude kaarten een zeer ruim gebruik gemaakt heeft van de kadastrale gegevens (ook de K. L. M. zal dit waarschijnlijk ge daan hebben), dan heb ik voor mij alle redenen om te gelooven, dat de verhouding tusschen den arbeid, dien de Fotograaf en de stereocartograaf kunnen overnemen, en dien, welke noodig is om het resultaat van beider werk tot de verlangde kaart om te werken, met het oog op tijd en kosten, bij het Kadaster belangrijk ongun- stiget zal zijn dan bij den Topografische Dienst. Dit verschil lijkt mij zoo groot, dat ik mij aan een raming van die verhouding bij het Kadaster liever niet zou willen wagen. Alleen zou ik wel de meening durven uit te spreken, dat een beparing van 25 mij op verre na niet groot genoeg voorkomt, om van een proefneming tot toepassing van de fotogrammetrie bij de laatstgenoemde instelling een financieel succes te verwachten. L' aérophotogrammétrie et le Cadastre. L'auteur critique l'article „L'aéro- photogrammétrie aux Pays-Bas" de Schermerhorn (Tijdschrift voor K. en 1934, page 165) et remarque e.a.: „Si l'assistance des propriétaires a la delimitation doit faire défaut le relèvement photogrammétrique sera considéra- blement inférieur au mesurage terrestre, dans lequel on tient compte autant que possible des droits des propriétaires." II conclut 1° que la continuation de Ia méthode cadastrale actuelle produira dans un temps futur une carte toujours utilisable et en outre un rêseau étendu (peutêtre complet) de points fixes, aux- quels la plupart des sommets des propriétés seront rattachés par des mesures, exprimées en nombres, moyen done qui approche tout prés du parfait cadastre

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 15