18
Internationale Vereeniging voor Fotogrammetrie
sparingen kan leiden. Eveneens voor het eerst werd gebruik gemaakt van
stereoscopische hoogtemeting. Voor ons vlakke land blijkt wel, dat deze methode
beperkt dient te blijven tot het gebied met groote hoogteverschillen (Zuid-Lim
burg doch de resultaten, die te bereiken zijn in verbetering van vroegere „(ook
tachymetrische) metingen, vooral in de weinig of niet begaanbare gedeelten, zijn
buitengewoon. F. H.
Op het in 1938 te Rome te houden congres zal gewerkt worden in de
volgende commissies.
1. Terrestrische fotogrammetrie.
2. Fotografie uit de lucht.
3. Voorbereidend werk voor de uitwerking van de opnamen en vaststelling
van de paspunten voor luchtopnamen, hetzij door terreinmetingen, hetzij
door luchttriangulatie,
4. Uitwerking (onthoeking inbegrepen) van luchtopnamen.
5. Verschillende toepassingen van de fotogrammetrie (inclusief de bouwkun
dige en zonder die, behoorende tot het gebied van commissie 6).
6. Toepassing van de fotogrammetrie bij röntgenologie, criminalogie en voor
documentatiedoeleinden.
7. Economische en organisatorische vraagstukken, statistisch werk.
8. Onderricht en literatuur.
De besturen van de commissies werden als volgt verdeeld:
Commissie President en Secretaris Vice-president
1 Zwitserland Spanje
2 U. S. A. Finland
3 Nederland Noorwegen
4 Duitschland Letland
5 Oostenrijk T sjecho-Slowakije
6 Frankrijk Denemarken
7 Italië België
8 Hongarije Polen
De Nederlandsche Vereeniging voor Fotogrammetrie heeft dus moeten zorgen
voor een voorzitter en een secretaris voor commissie 3. De Heeren prof. ir. W.
Schermerhorn en ir. B. Scherpbier werden bereid gevonden deze
functies op zich te nemen. Verder moest voor elke commissie door elke natio
nale vereeniging een correspondent worden aangewezen. De bedoeling hiervan
is, dat deze functionarissen een schakel vormen tusschen de leden van hun
vereeniging en het bestuur van de commissie, waarvoor zij zijn aangewezen.
Voor onze vereeniging is dit zoo geregeld, dat als correspondenten zullen
fungeeren:
de Heer B. J. Beltman, Vrijenbanschelaan 43 Delft, voor de commissies
1, 4, 5 en 6:
de Heer J. M. C o r s t e n, Reedijk 16c Rotterdam-Zuid, voor commissie 2;
de Heer R. Iwema, Hof van Delftlaan 87a Delft, voor commissies 3, 7 en 8.