35 kunnen worden geteekend, dat de nitpassing van de kaart dezelfde nauwkeurigheid zou hebben als de meting. Dit is hier niet het geval (wel groeit van nu af het getallenka- daster aan den meetkundigen grondslag). Maar de groote verbetering ten opzichte van de oude kaart is deze, dat we een goede kaart hebben in stereografische projectie. Men kan nu coördinaten van punten aan de kaart ontleenen en omgekeerd punten, die in coördinaten bekend zijn, op de juiste plaats kaarteeren. Wil men een verdwenen grens uitzetten, dan is het slechts noodig in de buurt een paar terreinpunten in stereo- grafische projectie te bepalen. De plaats van de gevraagde grens ten opzichte van de pas berekende punten kan dan gevonden wor den en op het terrein worden uitgezet. Of we nu later nog voor onaangename verrassingen zullen komen te staan? Of niet zal blijken dat hier en daar onverklaarbare ver schillen met later uit te voeren metingen geconstateerd zullen wor den? Ik kan niet bewijzen, dat het niet mogelijk is. Ik heb nog geen gegevens, hoe de kaart tusschen en voorbij de paspunten zich houdt, of er daar soms vervormingen optreden, waardoor een gedeelte niet in het juiste verband is gekaarteerd. Alleen de aansluiting van de uit verschillende diapositieven gekaarteerde gedeelten geeft daar over tot nu toe eenige gegevens en dan behoeven we het m,i. niet donker in te zien. Toch is het wenschelijk, hiernaar zoo mogelijk systhematisch een onderzoek in te stellen, h.v. door scherp zichtbare terreinvoorwer- pen, die uit de foto gekaarteerd zijn, terrestrisch zoo nauwkeurig mogelijk te meten en de uitkomst te vergelijken met de fotogramme- trische kaarteering. De Heer J. H. Sanders heeft hierover een vorigen keer reeds iets medegedeeld. En ook dit was geruststellend. Verder zullen eenige jaren praktijk hierover wel meer licht doen schijnen. In elk geval komt het mij voor, dat de tot nu toe verkregen uitkomsten vertrouwen geven. Nog een enkel woord over de bijhouding. De eenige juiste manier is m.i., in de toekomst alle nieuwe lijnen op te nemen in het verband van den meetkundigen grondslag, zoo noodig door eerst een paar nieuwe punten in coördinaten te be palen. Dit kan dikwijls op eenvoudige wijze, die weinig tijd vordert, in sommige gevallen minder tijd dan de methode, die men in niet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1937 | | pagina 18