103
is hier niet mogelijk, hoewel ten onrechte een belastingbeslissing treedt op het
terrein, uitsluitend aan den burgerlijken rechter voorbehouden.
Res et Jura Immobilia -1) (NovemberDecember 1937) bevat behalve een fis
caal grapje van Me H i 1 b e r t een overzicht van een drietal redevoeringen
gehouden over het onderwerp: La réforme cadastrale, waarin tal van gegevens
zijn te vinden over wat aan de oorspronkelijke kadastreering vooraf ging.
Verder worden daarin behandeld het statuut van het Kadaster van 1930, waar
in fiscale bedoelingen op den voorgrond treden en de noodzaak om te komen
tot een betere verzorging van de rechtszekerheid van de rechten op den bodem,
vooral door het verplichtstellen van het aanhechten aan de akten van een kaartje
met cijfers (meetbrief).
Verder bevat dit nummer een eerste proeve van een verzameling jurisprudentie
over bepaalde belangrijke onderwerpen en wel 30 jaren jurisprudentie over le
bornage. Ons artikel 678 B.W. (Code civil 646) is in België nader uitgewerkt
in den Code Rural (artt. 38 vlgg.); ook de artt. 545 en 546 Code Pénal gaven
aanleiding tot het opnemen van eenige uitspraken. Ons artikel 333 Strafrecht,
dat in de jurisprudentie, voor zoover bekend, nimmer is behandeld, wordt in
deze verzameling ook niet vermeld. Daar als bij ons zal het wel nimmer zijn toe
gepast (456 c.p.) omdat „het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te
bevoordeelen" haast niet te bewijzen valt.
Bij ons ontbreekt een uitwerking van art. 678 B.W. zooals de Code Rural die
geeft. Dit feit gevoegd bij de duurte van het procedeeren over onroerend goed,
waarbij men steeds bij de Rechtbank terecht komt, zal de oorzaak zijn, dat bij
ons zoo weinig jurisprudentie over dit punt is te vinden. Wij gaven daarvan
reeds in dit Tijdschrift een verzameling (1932), later nog met een enkel geval
aangevuld. Zie ook Léon's Rechtspraak ad. artt. 678, 629 B.W.
Met het oog op de akte van grensregeling citeeren we uit Res et Jura alleen
deze uitspraak: „Jugé que le bornage n'est pas attributif, mais déclaratif de pro-
priété"; overigens verwijzen we naar het artikel zelf, dat 42 uitspraken bevat.
In de nrs van Januari tot en met April 1938 wordt voortgezet een lijst van
uitdrukkingen, die voorkomen bij huurcontracten. Het Fransche woord wordt ge
geven met de Vlaamsche vertaling, waarbij men afwijkingen met de Nederland-
sche woorden kan opmerken (b.v. cage d'escalier- trapkas (ons trappenhuis),
évier- watersteen (ons gootsteen). Van elk woord wordt de beteekenis opge
geven en meestal wie van beide partijen moet zorgen voor onderhoud of repa
ratie. De lijst wordt alfabetisch gemaakt en is nu tot en met de letter E vol
tooid.
In de laatste aflevering onder Propriété 1242 vlgg. vindt men een paar uit
spraken, waaruit blijkt, dat ook de Belgische rechter van meening is, dat men bij
het uitoefenen van een eigen recht een ander overmatige schade kan berokkenen
en deze daarom in zijn eisch niet ontvankelijk moet worden verklaard. Toen
eischer vroeg afbraak van een muur, die door zijn buurman iets over de grens was
gebouwd, werd dit in hooger beroep afgewezen. Dan volgt een andere uitspraak,
waarbij een overhangend balkon zou moeten worden afgebroken. Het Hof vond
Aanwezig in de bibliotheek van K. en L.