VERSCHILLENDE ONDERWERPEN.
115
VERSLAG van den toestand der Vereeniging voor Kadaster
en Landmeetkunde en van hetgeen door haar in verband
met art. la der Statuten is verricht sedert de Algemeene
Vergadering van 8 October 1937 (art. 16a Huish. Regl.)
De in 1933 stopgezette benoeming van landmeters van het Kadaster de
monstreert zich in de Vereeniging door een langzame, maar regelmatige daling
van het aantal gewone leden. Dit is thans 167, tegen 169 op 1 Juli 1937 en 177
op denzelfden datum van 1933. Daartegenover vertoont het buitengewone-leden-
tal de laatste jaren een verheugende stijging: van 46 in 1933 en 68 op 1 Juli
van het vorig jaar, is het thans gegroeid tot 73.
Verwacht mag worden, dat de aanstaande overgang van een aantal land
meters-op-arbeidscontract in vasten kadastralen dienst ook ons gewone-ledental
gunstig zal beïnvloeden, zij het ten koste van eenig verlies aan buitengewone
leden.
Het aantal abonné's op het Tijdschrift beweegt zich voortdurend in stijgende
lijn: het bedraagt thans 181 tegen 168 een jaar geleden.
De rekening en verantwoording van den penningmeester over 1937 zullen
worden opgenomen in het Huishoudelijk Orgaan.
De laatste algemeene vergadering benoemde den heer J. F. J o n g e d ij k tot
bestuurslid in de plaats van den heer M. A. Glerum, die aftrad en niet
herkiesbaar was. Op verzoek van het bestuur nam de heer Jongedijk het
penningmeesterschap van den heer Glerum over.
De heeren F. H a r k i n k, Mr. J. H. Jonas en Prof. J. M. Tienstra
verzorgden ook in het afgeloopen verslagjaar de redactie van het Tijdschrift.
Ten aanzien van een probleem, dat de gemoederen in onze Vereeniging de
laatste jaren sterk heeft beroerd, heeft de Regeering onlangs een beslissing ge
nomen: bij ministerieele resolutie van 23 Maart 1938, no. 1 werd de functie
van buitengewoon landmeter van het Kadaster ingesteld en gereglementeerd. De
Vereeniging mag zich vleien met de gedachte, dat de door haar voor en na
aan het ontworpen instituut gewijde beschouwingen blijkbaar niet zonder in
vloed zijn geweest op de tenslotte afgekomen regeling.
De motie van de laatste algemeene vergadering, waarin de wenschelijkheid
werd uitgesproken, aan den landmeetkundigen dienst van het Kadaster vrijheid
te verleenen om de veldwerk-kopieën te vervaardigen zoowel langs fotogra-
fischen weg als volgens het doordruksysteem, bracht het bestuur mondeling ter
kennis van het Departement, waarna het vervolgens een kort resumé van het
besprokene inzond. Overweging van den in de motie vervatten wensch werd
toegezegd.
Ter bevordering van het contact tusschen de leden en het bestuur en ter
verhooging van de belangstelling van de leden voor het vereenigingswerk riep
het bestuur bij wijze van proef op 7 Mei jl. een kleinen vereenigingsraad bijeen