124
beweeglijke grenzen, dezelfde belangrijke functie in het zakenrecht
te vervullen gaf.
Nu de wet een sterke bezitsbescherming en de mogelijkheid van
eigendomsverkrijging door verjaring kent, zijn dan ook de con
flicten tusschen wat in de akte is gepubliceerd als object der trans
actie, aangeduid met kadastrale nummers, en wat op het terrein
werkelijk in eigendom wordt bezeten, niet uitgebleven, al worden
die conflicten, juist door die bezitsbescherming en waarschijnlijk
ook wel door de hooge proceskosten, niet al te dikwijls aan het
oordeel van den rechter onderworpen.
Moet dus, gezien deze moeilijkheden, ons woord van hulde wor
den teruggenomen?
Wellicht.
Wij meenen, dat als men in 1838 niet naar het kadastrale per
ceel had gegrepen voor de specialiteit, men zeer spoedig voor on
oplosbare moeilijkheden was komen te staan, waaruit dan misschien
redding was gezocht in een geheel ander stelsel, wellicht het grond
boek.
Wij zullen ons thans niet verdiepen in wat had kunnen zijn. Er
ligt voor ons een samenstel van bepalingen, dat een eeuw heeft
dienst gedaan en nog langer zal moeten dienst doen. Daarin heeft
het kadastrale perceel zijn bepaalde taak te vervullen. Het heeft
die taak vervuld, ondanks gerechtvaardigde critiek op den inhoud
van sommige voorschriften, zoo goed en kwaad als het ging en
blijkens de ervaring met vrij groot succes.
Zal de nieuwe eeuw ingrijpende veranderingen brengen voor ons
stelsel van onroerend goed?
Met Prof. Cohen betwijfelen wij het.
Wij zouden het kunnen toejuichen als art. 671 werd aangevuld
zooals het ontwerp 1860 voorstelde, omdat dan in de gevallen van
levering door overschrijving ook zou moeten worden aangenomen,
dat de kadastrale grens is de eigendomsgrens, behoudens verjaring.
Dan zou nog meer nijpend worden de eisch om opruiming te hou
den onder de „cultuurperceelen" en van invoering van het ambte
lijke repressieve toezicht op de „cultuurgrenzen", welke maatrege
len ons overigens ook thans reeds dringend geboden lijken op grond
van de schaarsche, doch vrij constante jurisprudentie van de latere
jaren.
Een eeuw B.W. is afgesloten. Ondanks ongewijzigde wetsteksten