135
hebben.
In den regel worden drie motieven aangevoerd:
1. Van de zijde van het publiek zou er aan
drang bestaan om tot de algeheele vernieuwing
over te gaan.
Was dit motief juist, dan zou het zwaar wegen. Een groot deel
van de verantwoordelijkheid voor het opleggen van de lasten aan
het publiek zou daarmee op het publiek zelf afgewenteld zijn. Im
mers, het publiek vraagt er zelf om, dan kunnen we het ook gerust
de lasten van den maatregel opleggen, zou dan terecht gezegd kun
nen worden.
Ik durf evenwel beweren, dat er van het publiek in die richting
geen aandrang wordt uitgeoefend; ik heb daarvan in mijn ruim
twintigjarige practijk van hypotheekbewaarder nooit iets gemerkt.
Wanneer die aandrang er zou zijn, dan zou men daar toch wel
iets van moeten merken en dan zou die aandrang wel in de eerste
plaats moeten uitgaan van het Notariaat, dat de belangen van het
publiek op hypothecair gebied behartigt, of van hypotheekbanken
en credietinstellingen, welker belangen voor een groot deel door
hypothecaire verbanden gedekt zijn. Het is mogelijk, dat mijn ambt-
genooten op dat gebied andere ervaringen hebben dan ik, maar
nooit is mij door een notaris of door een directeur van een hypo
theekbank of van een andere credietinstelling de wenschelijkheid,
laat staan de noodzakelijkheid van een algeheele vernieuwing van
inschrijvingen betoogd.
Wel is het van algemeene bekendheid, dat de notarissen af en
toe moeilijkheden ondervinden bij het opmaken van de akten van
doorhaling en veelal is dat juist het geval bij oude inschrijvingen,
die feitelijk geen reden van bestaan meer hebben, maar op dat punt
kom ik straks terug. De notarissen worden niets gewaar van de
bezwaren en moeilijkheden, die de bewaarder en zijn personeel on
dervinden bij het opzoeken van de bezwaardheid van de perceelen,
waarvoor zij de gegevens of aan de toonbank of van hun gemach
tigde, den beëedigd klerk, steeds vrij vlug en goed ontvangen. Op
de kantoren, waar ik geweest of bekend ben, hebben de notarissen
geen klachten, ten minste zij uiten ze niet en ze hebben geen reden
een algeheele vernieuwing te verlangen. Ik meen het argument van
den aandrang van het publiek geheel te mogen uitschakelen. In
tegendeel. Ik vrees, dat het heel veel moeite zou kosten, aan het