139 staan. In den regel is het door vergelijking van de tegenwoor dige kadastrale toestanden met de vroegere terdege uit te maken, op welke thans bestaande perceelen of perceelsgedeelten de in schrijving rust, natuurlijk met inachtneming van eventueele akten van gedeeltelijke doorhaling. Er kunnen zich hierbij zeker twijfel achtige gevallen voordoen, waarbij het niet voldoend kadastraal onderlegd personeel zich onzeker in zijn beslissing voelt. Tenslotte zal de bewaarder, die de wettelijke verantwoordelijkheid draagt, de beslissing moeten nemen. In zeer enkele gevallen komen wel eens onoplosbare moeilijkheden voor, die dan hun oorzaak vinden in onvolkomen omschrijving van het verbonden vast goed in het borderel, waardoor niet met zekerheid is uit te maken, waarop de inschrijving feitelijk rust. Hier ligt de schuld niet bij den bewaar der, maar bij het publiek, en hier kan men niet van besmetting spreken. Dan is er aan de hand van de ingeleverde stukken niet uit te maken, wat al of niet onder de inschrijving valt en dan moet het publiek zelf voor verbetering zorgen. Soms is dan algeheele doorhaling van de inschrijving en opmaken van een nieuwe akte van hypotheekstelling noodig met nieuwe borderellen. In andere gevallen kan volstaan worden met een ontslag uit het verband van datgene, dat beslist niet bedoeld was in de akte van hypotheekstel ling, op te nemen. M.i. is dus de besmetting geen voldoend motief voor de algeheele vernieuwing. De besmetting zelf moet radicaal verwijderd worden, het moet iets worden uit het verleden, waar voor men zich ambtelijk schaamt en waarvan het publiek bevrijd wordt. De remedie ertegen is: verbetering van de boekhouding. Wegens die besmetting, zoo wordt dan verder geredeneerd, is het niet mogelijk, om in vele gevallen vlug de benoodigde officieele gegevens ten hypotheekkantore te krijgen en daardoor zou het pu bliek af moeten gaan op officieuse inlichtingen, die wel vlug ver strekt kunnen worden en die in den regel schriftelijk door de be- eedigde klerken aan het publiek worden verstrekt. Was die bewe ring juist, dan zou dit bezwaar werkelijk zeer zwaar moeten wegen. Maar de onjuistheid is tastbaar. Indien een officieele opgaaf om trent de bezwaardheid niet vlug kan gegeven worden, dan kan evenmin de beëedigd klerk die opgaaf niet officieel vlug verstrek ken. De officieele gegevens kunnen eerst worden afgegeven, wan ner een perceel werkelijk volledig gerechercheerd is, m.a.w. wanneer de raadpleging van het Reg. 69a en de andere noodige kadastrale

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 137