142
bewijs van rang en inhoud na de inschrijving van de borderellen en
daarom worden ze dan ook bijna nooit gevraagd vóór de inschrij
ving. Indien de Staat zou beschikbaar stellen een officieel stuk on
geveer in den vorm, waarin thans de beëedigde klerken hun
schriftelijke opgaven inkleeden, zouden deze stukken zeker door het
publiek gaarne ontvangen worden. Had de Staat dit tijdig gedaan,
dan zou het ambtelijk en taalkundig monster: de schriftelijke in
zage waarschijnlijk niet zijn ontstaan. In plaats van de potloodaan-
teekeningen omtrent de bezwaardheid op de extracten legger of de
afzonderlijke ongeteekende formulieren, behoort de Staat beschik
baar te stellen: de officieele opgaaf van de bezwaardheid, hypo
thecair extract genoemd, evenals het thans bestaande kadastraal
extract. Wordt kadastrale en hypothecaire toestand verlangd, dan
behoort dat op een formulier, het kadastraal-hypothecair extract,
vereenigd te zijn. De verantwoordelijkheid daarvoor neme de Staat
geheel op zich. Een model is hiervoor zeker vast te stellen evenals
het verschuldigd tarief, dat niet veel hooger behoeft te zijn dan het
tegenwoordige inzagentarief. Waar de Zegelwet in art. 32 8ste lid
de kadastrale extracten van zegelrecht vrijstelt, is er m.i. veel voor
te zeggen, het door mij gewenschte hypothecair en kadastraal-
hypothecair extract vrij van zegelrecht te stellen. Mochten daar
overwegende bezwaren tegen bestaan, dan stelle men een speciaal
zegelrecht voor deze stukken vast.
Mijn conclusie is, dat niet het feit, dat het publiek niet op tijd
bediend zou kunnen worden, de oorzaak is, dat de officieele ge
gevens niet gevraagd worden, maar dat die officieele.gegevens niet
voldoen aan de behoefte van het publiek. Hierbij komt nog, dat het
niet deskundig publiek niet eens weet, dat de officieuse gegevens,
die het van den beëedigd klerk krijgt, geen officieele gegevens zijn.
En ik moet zeggen, dat ik dat volkomen begrijp, temeer, daar op
die niet officieele gegevens als quitantie voor het betaalde recht
een zegel met het Rijkswapen wordt geplakt. Het is een eenvoudig
man niet kwalijk te nemen, dat het hem ontgaat, dat de Staat den
inhoud van die afgegeven opgaaf niet ten volle garandeert. De
ontwikkeling van de schriftelijke opgaaf der bezwaardheid door
den beëedigd klerk is een bewijs voor de onjuistheid van de stel
ling, dat de besmetting zulke funeste gevolgen zou hebben. Dat de
toestand zooveel beter is dan de voorstanders van de algeheele
vernieuwing in zoo schrille kleuren afschilderen, komt omdat de