151
looze kantoorbedienden voor een paar maanden van de straat ver
dwenen. En dan de arbeidsbesparing, die bereikt wordt, wanneer
de vernieuwde registers klaar zijn. Dat merkt men reeds, wanneer
men nog maar kort op de door mij aangegeven manier bezig is.
Wel is er een groote vermeerdering van werk door het bijhouden
van de akten van doorhaling in de nieuwe registers. Maar daar
staat het wegvallen van het recherchewerk tegenover en ik laat aan
de deskundigen over te beoordeelen, waar hier het voordeel is.
Op de groote kantoren zal de bewaarder niet zelf het controle-
werk in het vernieuwde register kunnen doen en een ambtenaar,
die ook belast is met het geven van hypothecaire inzagen, zal dat
moeten doen. Maar is dat een bezwaar? Het is toch ook niet moge
lijk, dat de bewaarder op een groot kantoor nu al de Staten van
Inschrijving en de Getuigschriften zelf controleert? Ook thans
wordt bij het afgeven van officieele stukken steeds afgegaan op
vroegere, ook niet door den bewaarder persoonlijk nageziene stuk
ken. Ik wil die praktijk bestendigen en het personeel, dat er voor
berekend is, door het zetten van zijn paraaf in het officieel register
ook officieel inschakelen. Wordt dat niet vertrouwd, dan mag men
ook geen inzagen doen geven, waaraan dezelfde gevolgen kunnen
vastzitten als aan schriftelijke stukken.
Mijn pleidooi tegen de algeheele vernieuwing is feitelijk een plei
dooi voor verbeterde boekhouding geworden, maar dat was ook
mijn bedoeling.
Beslagen.
Behalve met de hypothecaire inschrijvingen heeft men bij de be-
zwaardheid van de perceelen ook te doen met de overgeschreven
beslagen.
Bij de Wet van 5 Juni 1878 werd in artikel 6 bepaald, dat de
vernieuwing van de overgeschreven beslagen moest plaats hebben
door het oorspronkelijk proces-verbaal opnieuw te doen overschrij
ven. Alle overschrijvingen, waarvan op 1 Januari 1881 de vernieu
wing niet was geschied of aangevraagd, vervielen van rechtswege
en werden ambtshalve doorgehaald.
Hiervoor dus dezelfde eisch van opnieuw overschrijven, geheel
overeenkomstig de regeling voor de hypotheken. Ook dit is m.i.
overbodig.
Mij dunkt, dat er wel redenen zijn om voor de handhaving van