153
ben ingediend, van welk verzoek dan naast de overschrijving een
aanteekening zal kunnen worden geplaatst. Tevens zou dan in het
Wetb. v. B. R. bepaald kunnen worden, dat de overschrijving van
een beslag ambtshalve zal worden doorgehaald 5 jaar na de over
schrijving, tenzij voor dien vervaldatum een verzoek tot handhaving
bij den bewaarder zal zijn ingekomen.
Eenige beschouwingen over de vernieuwing van het
Kadaster in Nederland.
Met veel genoegen heb ik de uitnoodiging van het Bestuur aan
genomen, om over de vernieuwing van het Kadaster mijn inzichten
uiteen te zetten, en ik doe dat in de hoop daardoor iets bij te
dragen tot de oplossing van dit vraagstuk.
Door de lezing van collega G 1 e r u m is het onderwerp „her
meting" opnieuw gekomen op de agenda van onze vergadering en
wij kunnen hem daarvoor dankbaar zijn, want het is noodig, dat
de Vereeniging in deze materie weer eens haar houding gaat be
palen.
Sedert de Commissie-Herwijnen in 1920 haar verslag uitbracht,
is er voor onze Vereeniging een tijd van afwachten aangebroken.
Het wordt echter thans tijd, dat wij die afwachtende houding los
laten, want het is niet te verwachten, dat de wetsontwerpen, die de
juridische behandeling van het perceel en zijn grenzen haar oplos
sing kunnen geven, binnen afzienbaren tijd, hun weg naar het
Staatsblad zullen vinden.
Wij moeten trachten, binnen het raam van de bestaande wet
geving de vraagstukken, die zich bij hermeting voordoen, tot op
lossing te brengen en hierin heeft onze Vereeniging een taak.
Op verschillende plaatsen van het land wordt op kleinere en
grootere schaal het Kadaster vernieuwd. De drang daartoe gaat
meestal uit van de Gemeentebesturen.
Ir. Th. Funnekotter heeft in zijn lezing op het laatste
Renouvellement des inscriptions hypothécaires. Conférence détaillée sur le
sujet traité brièvement dans l'article a la page 107 de l'année courante.
(Lezing gehouden door den heer W. F. Stoorvogel, landmeter
van het Kadaster te Eindhoven, in de Algemeene Vergadering van de
Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde op 15 October 1938.)
