177 schriften wel afgaat op het statenboekje, antwoordt de heer K1 u v e r s, dat men dan een eventueele fout. maar voor éénmaal herhaalt, terwijl men ze bij een vernieuwing van het register 69a voor altijd invoert. De heer Hollestelle geeft toe, dat dit theoretisch volkomen juist is. Maar is het borderel fout, dan is dit in den regel ook het geval met den eigendoms- titel. Dan is de hypotheekgever ook geen eigenaar. Dan moet men consequent doorredeneeren. De heer K1 u v e r s zegt een register 69a te wenschen overeenkomstig de borderellen. Over den kadastralen legger spreekt hij nog niet. De heer Hollestelle betoogt, dat men moet voortbouwen op datgene, wat voorgangers hebben uitgezocht. Hebben die een fout gemaakt, dan moet men die accepteeren. Wil men consequent zijn, dan moet men in zulke gevallen ook den kadastralen legger verbeteren. Spreker acht het risico voor den Staat niet zoo groot, dat de door hem gevolgde werkwijze niet kan worden aanvaard. Spreker legt zich bij het verleden neer. Op voorstel van den heer K1 u v e r s zullen de heer Hollestelle en hij later de quaestie nog eens verder bespreken. De V oorzitter merkt op, dat thans uitvoerig is gediscussieerd over een uitvoeringsmoeilijkheid. Hij zou van den heer KI u vers nog graag willen ver nemen, of deze voorstander is van een algeheele vernieuwing of van de door den inleider aanbevolen methode. De heer K 1 u v e r s verklaart in beginsel geheel aan de zijde van den heer Hollestelle te staan. Met dezen is hij van meening, dat aan het publiek niet de last van een algeheele vernieuwing mag worden opgelegd. Ook hij acht het wenschelijk de verbeteringen vooral te zoeken in administratieve maat regelen. Mr. Jonas zegt zich eveneens geheel met het standpunt van inleider te kunnen vereenigen. Spreker was zoo gelukkig den heer Hollestelle in Zutphen op te volgen als hypotheekbewaarder en de door dezen aangevangen vernieuwing van de registers 69a te kunnen voortzetten. Daarbij is spreker nog in geen enkele ge meente op onoverkomelijke moeilijkheden gestuit. Hij zou het stelsel gerust dur ven aanbevelen, althans voor middelmatige bewaringen. Over de groote wil hij geen oordeel uitspreken. Wat betreft de tenaamstellingen, die worden ook in Zutphen serieus bekeken. Een geval, waarop spreker nog even de aandacht wil vestigen, is het volgende: momenteel handelt de landmeetkundige dienst geheel volgens de voorschriften, wanneer hij na de uitmeting maar 10 are op naam van kooper stelt, niettegen staande deze volgens de akte plus minus 50 are heeft gekocht. Dan staat spreker wel eens in dubio, of hij ook niet een onbepaald gedeelte, groot plus minus 40 are, van het resteerend perceel moet bezwaren. Bij dergelijke groote verschillen is het wel gewenscht, belanghebbenden daarop extra te attendeeren. Spreker herhaalt nogmaals geheel aan de zijde van den heer Hollestelle te staan. Prof. T ie n s t r a wil naar aanleiding van de door den heer K1 u v e r s ge noemde moeilijkheid vragen, of zijn conclusie juist is, dat een inschrijving, welke tengevolge van een foutieve omschrijving van het bezwaarde goed nietig is,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 175