183
De heer Smit wil ook enkele punten bespreken.
De personeelsformatie houdt verband met de verdeeling van de werkzaam
heden. De inzichten daarover hebben zich de laatste jaren wel gewijzigd. De
tegenwoordige opvattingen zijn neergelegd in het rapport-Schermerhorn. Spre
ker komt dan tot een hermetingseenheid van 2 landmeters, 4 veldassistenten en
6 teekenaars. Dit zijn gemiddelden van de bezettingen der hermetingen Almelo,
Eindhoven en die onder de bewaring Amsterdam.
Dan het urgentieprogram. Spreker is den heer Stoorvogel dankbaar
voor de verzamelde gegevens. Maar deze dragen, gelijk de heer Stoorvogel
zelf reeds opmerkte, een subjectief karakter. Meer objectief materiaal is ge-
wenscht, verzameld over het geheele land. Als basis voor dat onderzoek moet
men uitgaan van de vraag, welke functies het Kadaster vervult in de huidige
maatschappij.
Die functies zijn, historisch gezien:
1°. regeling van de grondbelasting; deze functie kan voor het verdere betoog
wel worden uitgeschakeld;
2°. administratie en verzekering van den grondeigendom;
3 hulpmiddel voor gemeentebesturen bij het vaststellen van uitbreidingsplannen
en rooilijnen;
4°. de taak van een algemeen kartografisch instituut.
Uit die functies is af te leiden, wat allereerst voor hermeting in aanmerking
komt, n.L:
a. terreinen met slecht sluitende plans, hetzij landelijk of bebouwd gebied;
b. terreinen, waar de gemeentelijke bestuurstaak om betere kaarten of kaar
ten op grooter schaal vraagt;
c. dorpskommen, hoe klein ook, die vroeger op de schaal van 1 a 5000
zijn gekaarteerd;
d. complexen groot grondbezit, die verkaveld worden en waar de kadastrale
kaart sterk afwijkt van het terrein.
De heer W o 11 e r s verklaart, als leider van de tegenwoordige hermeting
Enschede en van de voltooide hermeting Almelo, het geheel eens te zijn met het
betoog van den heer Stoorvogel. Deze heeft in zijn voordracht verschil
lende door spreker verstrekte gegevens verwerkt. Dit is echter aanleiding ge
weest voor een klein misverstand: bij de vorming van de perceelen heeft men
blijkbaar verschillende regels gevolgd. Spreker heeft zich in Almelo gehouden
aan het ouderwetsche perceel van de I.K., dus het afgesloten grondstuk.
Wat de werkwijze betreft: waar goed oud veldwerk voorhanden was, is dit
benut en niet opnieuw gemeten.
Bij de grensregeling schuilt de moeilijkheid niet in het opmaken van de akte,
maar in het vermijden van hypothecaire besmetting.
De arbeiderskosten bedroegen in Almelo 11 a 12 gulden per ha.
Een juiste samenstelling van een hermetingsbureau acht spr.: 2 landmeters, 3
veldassistenten en 3 teekenaars. Het is gewenscht deze bureaux een meer duur
zaam karakter te geven.
Prof. T i e n s t r a deelt de meening van den heer Smit, dat inleider wel
heel sterk den nadruk heeft gelegd op de behoeften van de gemeenten. Spreker
zou speciaal de aandacht willen vestigen op de taak van het Kadaster ten aan-