RECHT EN ADMINISTRATIE P. Rietsema, landmeter van het Kadaster, Amsterdam. Het particulier werk. Het zij mij geoorloofd een meening te stellen tegenover die van den heer K 1 u v e r s onder gelijkluidenden titel opgenomen in dit tijdschrift van 1 Febr. j.l. Wij wenschen ons betoog in tweeën te splitsen en in de eerste plaats ons rechtsgevoel ontledenderwijze te stellen tegenover het voorstel van den heer K 1 u v e r s en in de tweede plaats onze meening te geven over het standpunt door den heer Kluvers ingenomen tegenover de particuliere civiel-landmeters. I. Wij wenschen dan te beginnen bij de door den geachten schrijver voorgestelde zinsnede inhoudende de omschrijving van een over te dragen onroerend goed en dewelke luidt: „een ge deelte van het perceel, kadastraal bekend zooals met het „cijfer I op de aan de acte gehechte kaart is aangegeven en zooals ,,dit later door een landmeter van het Kadaster opgemeten en ten ,,name van den kooper gesteld zal worden.'' Ook bij de behandeling van de grensovereenkomst op het laatste congres is een dergelijke zinsnede op het tapijt gebracht om te worden besproken. a. Evenals bij die gelegenheid van het congres wensch ik hier met nadruk voorop te stellen, dat de handeling van een staats ambtenaar op grond van zijn bevoegdheid en voorschriften, die hij uit hoofde van zijn aanstelling heeft uit te voeren, niet het onder werp mag zijn van een overeenkomst. Om voor een ieder begrijpelijk te zijn, wil ik niet aarzelen om in dezen tot een ontleding over te gaan, waarbij ik de aanvaarding van een rechtsorde meen te mogen veronderstellen. De kadastrale voorschriften zijn geen wet doch vastgesteld bij Ministerieel Besluit. Een overeenkomst strekt partijen tot wet. In den door den heer Kluvers voorgestelden maatregel wordt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 23