31 van vorm zijn, dat mag worden aangenomen, dat de bouwer niet in staat zal zijn, de grenzen van zijn bouwwerk precies te doen samenvallen met de oorspronkelijk afgepaalde begrenzing. Alléén in deze enkele gevallen zou, ter beoordeeling van den landmeter van het Kadaster, en in overleg met eigenaren en bouwers, mogen worden overgegaan tot voorloopige afpaling en voorloopige op meting, met toepassing van voorloopige Romeinsche cijfers. Deze voorloopige opmeting kan dus onmogelijk als uniforme regeling worden ingevoerd. Behalve het extra werk, is aan het systeem nogal eenig gevaar verbonden. De voorloopige afpaling kan b.v, licht ontaarden in een paskwil. Mits voorloopige en definitieve meting door één en de zelfde persoon worden uitgevoerd, behoeft het extra terreinwerk niet veel tijd te kosten. Resumeerende kunnen we dus zeggen, dat het ontworpen systeem tot het allernoodzakelijkste dient te worden beperkt. Want we dienen in dit verband wel even precies te realiseeren, waarom de hypotheeknemer een particuliere meting aanvraagt. Natuurlijk ter meerdere zekerstelling van de te vestigen hypotheek. Aanduiding van het gedeeltelijke kadastrale perceel door een nieuw kadastraal nummer, waarvan de preciese afpaling direct defi nitief dient te worden vastgemeten en omschreven. Wordt aan het bovenstaande niet voldaan, dan kan even goed de hypotheek worden gevestigd op het nog niet uitgemeten, gedeeltelijk perceel. Maar waaruit put nu de heer K 1 u v e r s zijn optimisme, dat hier arbeidsveld ligt voor den particulieren civiel-landmeter? Deze nog ongeboren functionaris heeft het schijnbaar van noode, overal met de ooren te worden bijgesleept. Inschakeling van den particu lieren civiel-landmeter in het ontworpen systeem, lijkt ons, tout court, absurd en lijnrecht in strijd met de belangen van het publiek. En thans nog een woord naar aanleiding van de slotzinnen van het bewuste artikel. Niet alleen met het oog op de cultuurpercee- len, maar ook omdat het Kadaster nog vele ernstige fouten heeft, acht de heer K 1 u v e r s inschakeling van de particuliere civiel- landmeters gewenscht, „fouten, waarover tegenwoordig alleen fluisterend mag worden gesproken" volgens den schrijver. Wij zijn zeer benieuwd, wat de heer K 1 u v e r s hieronder ver staat en verwachten hieromtrent binnenkort onthullingen. Het is intusschen wel zeer vleiend voor de huidige landmeters van het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 29