32
Kadaster, dat de heer Kluvers de particuliere civiel-landmeters
de aangewezen personen acht, om deze fouten te doen verdwijnen.
Wij geven als onze vaststaande meening, dat de Nederlandsche
landmeters van het Kadaster best in staat zijn, voorzoover het hun
terrein aangaat, vermeende fouten te onderzoeken en bestaande
zelf te verbeteren. Mits zij daartoe op loyale wijze in de gelegen
heid worden gesteld.
Voor de Afd, Groningen-Drertthe van K. en L.
Ir. A. ten Have, hoofd van den landmeet
kundigen dienst der Gemeente Amsterdam.
Gemeentelijk landmeten.
Voordat ik met het eigenlijke onderwerp begin, een korte in
leiding. In de eerste plaats wil ik mijn dank uitspreken aan Uw
Bestuur, dat mij in de gelegenheid heeft willen stellen ook mijn
meening over het gemeentelijk landmeten te zeggen. Ik zeg „mijn
meening omdat den laatsten tijd de landmeetkunde zooals deze
beoefend wordt door gemeentelijke diensten de aandacht nogal
heeft getrokken.
Het is nog maar kort geleden, dat Ir. Funnekotter, adj.-
directeur van Gemeentewerken te Eindhoven, zijn uitvoerige lezing
hield voor het 2e Jaarlijksch Congres van de Ned. Landm. Fed.
over „De landmeetkunde van gemeentelijk standpunt bezien". Het
is nog geen 3 jaar geleden, dat het rapport van de Commissie
inzake samenwerking van den landmeetkundigen dienst met parti
culiere landmeters, verscheen. Ook dit rapport, hoewel opgezet
voor eventueele samenwerking met particuliere landmeters, slaat
de mogelijkheden van gemeentelijke beoefening van de landmeet
kunde niet over. Wat langer geleden, 7 September 1931 op
de algemeene vergadering te Rotterdam van de Verg. voor K. en
De voorzitter. De secretaris,
H. STEENBERGEN. J. D. DIK.
Un problème administratif cadastral, n'ayant d'intérêt que pour les géomètres
néerlandais.
Lezing gehouden in de Algemeene Vergadering van de Vereeni-
ging van Civiel-Landmeters te Arnhem op 26 Februari 1938.