35 lijke kringen te dien opzichte aanleiding tot misverstand geven. Bestuurstaak is niet anders dan de uitvoering van wettelijke voor schriften, in casu door de gemeenten. Hieronder valt dus bijv.: uit voering van de Woningwet, d.i. het bevorderen van de volksge zondheid en een economisch en stadsaanleg; het ter inzage ver strekken aan het publiek van de kadastrale gemeenteleggers en -plans. Het beheeren van een gemeentelijk grondbedrijf is geens zins bestuurstaak, doch een particuliere aangelegenheid van de betrokken gemeente. Ik zal er verder niet bij stilstaan, welke wetten en besluiten aan leiding geven tot landmeetkundige verrichtingen bij een gemeente; slechts over de Onteigeningswet wil ik straks iets zeggen, de ove rigen zijn voor mijn betoog van geen belang. Evenmin wil ik uit weiden over publiekrechtelijke en privaatrechtelijke eigendommen. Beide soorten kan een gemeente al of niet bezitten; landmeetkun dig kunnen beide soorten op gelijke wijze behandeld worden, dus doet dit verder niet ter zake. Het spreekt voor zichzelve dat in een gemeente, welke noch publiekrechtelijke noch privaatrechtelijke eigendommen bezit, het aantal landmeetkundige vraagstukken be perkt is. Herhaalde malen heb ik de laatste jaren de uitdrukking gehoord ,,in landmeetkundig opzicht eigen rechtertje spelenIk meen zoo langzamerhand te begrijpen, wat hiermede bedoeld wordt. Bij velen in en buiten het kadaster, schijnt de meening post gevat te hebben, dat men door het handhaven van de grenzen van zijn eigendom zich de taak van den burgerlijken rechter aanmatigt. Dit doet vol gens hen de leek op landmeetkundig gebied, indien hij op de naar zijn beste weten bestaande grens met zijns buurmans terrein een erfscheiding plaatst. Dit doet volgens hen evenzeer de gemeente landmeter. indien hij de erfscheiding laat plaatsen aan de hand van hem bekende landmeetkundige gegevens, welke al of niet kadastraal kunnen zijn. Deze zienswijze kan ik niet deelen. Een ieder ook een gemeente mag de grenzen van zijn of haar eigendommen handhaven met de hem of haar ten dienste staande middelen. Voor het geval de buurman de zienswijze omtrent de grenzen niet deelt, kan hij zich „zoo noodig" tot den rechter wen den. Ik zeg „zoo noodig"; als gemeenteambtenaar zal men zich nl. in het algemeen met den buurman gaarne verstaan om in der minne het verschil van inzicht omtrent de ligging van de grens op te

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 33