38 gen, dat aan de bijhouding veel zorg moet worden besteed. We zien dus, dat een gemeente aan vlug bijgewerkte plans behoefte heeft; de kadastrale belangen eischen dit in veel mindere mate. Het is dan ook alleszins te billijken, dat een gemeente aan een vlugge bijwerking haar steun verleent. Een n.m.m, fraaie oplossing voor het verleenen van dien steun is gemakkelijk te vinden nadat is overgegaan tot de instelling van de functie van buitengewoon land meter van het kadaster. Dat een gemeente met een dergelijken func tionaris in haar dienst, wat betreft het verzekerd zijn te allen tijde te kunnen beschikken over een niet verouderde kadastrale perceels- indeeling van de gemeenteeigendommen, een streep voor heeft bo ven een gemeente, welke de hulp van een buitengewoon landmeter van het kadaster niet tot haar beschikking heeft, behoeft geen betoog. Situaties op niet te kleine schaal bijv. 1 500; 1 200 worden dikwijls gevraagd voor het projecteeren van aan te leggen kunst werken, verkeersoplossingen, normaliseering van straten of wegen enz. Deze kaarten zullen meerendeels ook straatmeubilair en lei dingen moeten aangeven en tevens voorzien zijn van hoogtematen. Hoewel de eischen van nauwkeurigheid hoog te stellen zijn, is de opgave als landmeetkundig vraagstuk bijna altijd eenvoudig; ka dastrale vragen doen zich maar zelden voor of beperken zich tot de ligging van een enkele grens. Het feit, dat op deze kaarten dik wijls de leidingen van gas, water enz. moeten worden aangegeven, brengt mij als vanzelf op het vraagstuk van het zg. „Leitungs- kataster". De laatste jaren is nu en dan in ons land voor dit soort kadaster nog al wat propaganda gemaakt. De argumenten zijn overbekend, zoekgeraakte leidingen, veel geldverspilling bij het opsporen, abui zen als aansluiting van een telefoon op een radiokabel enz. Ik wil deze feiten geenszins in twijfel trekken of onderschatten; ook wil ik de groote waarde van een behoorlijk leidingenkadaster niet ont kennen. Men moet de kosten, verbonden aan het tot stand bren gen van een dergelijk kaartwerk en het werk, dat de bij houding zal eischen evenwel ook niet onderschatten. Vooral deze bijhou ding zal groote bedragen vergen; zij dient tot op den dag bij te zijn. Is dit laatste niet het geval dan is de zaak volkomen nutte loos, daar het een apparaat betreft, waarop men feilloos moet kun nen vertrouwen, wil het aan zijn doel beantwoorden en niet on-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 36