39 middellijk in discrediet zijn. Wat de totstandkoming betreft, valt nog op te merken, dat spe ciaal oudere binnensteden niet dan met aan het gebruik onevenredig hooge kosten in kaart gebracht kunnen worden. Men doet beter de zaak aldaar partieel te bekijken wanneer ingrijpende werkzaam heden, als bijv. asphalteering van het wegdek, gewijzigde straat- indeeling, een herziening van de ligging van aanwezige leidingen noodig maken. In nieuw aan te leggen wijken kunnen de leidingen- kaarten op zeer eenvoudige wijze ontstaan. Elk bedrijf moet zijn benoodigde leidingen leggen op de van te voren bepaalde plaats t.o.v. de rooilijnen. Het kan de administratie van deze leidingen zeer geschikt bijhouden, indien het daarvoor kan beschikken over door den landmeter te verstrekken schetskaarten op behoorlijke schaal van de straten met de voorgevels van de aanliggende be bouwing en voorzien van de plaatselijke huisnummering. Een centrale bijhouding door den gemeentelandmeter lijkt mij in een stad met eenigszins belangrijke gemeentebedrijven ten eenen- male uitgesloten. De taak, die de gemeentelandmeter te vervullen heeft bij de ver vaardiging van uitbreidingsplannen is minder groot dan velen zich denken. De Woningwet schrijft voor, dat de procedure, noodig voor het vaststellen van een uitbreidingsplan, geschiedt aan de hand van de kadastrale en hypothecaire gegevens omtrent den grondeigendom. Wel wordt niet uitdrukkelijk geëischt, dat als on dergrond copieën van kadastrale plans moeten worden gebruikt, doch in de praktijk komt het er bijna altijd op neer. Heel veel be zwaren zijn hier over het algemeen ook niet aan verbonden. De kadastrale plans kunnen goed in dit geval hebben we veelal te maken met een hermeten gebied of minder goed zijn. In de groote steden exploiteert men in het algemeen groote terreinen, welke in handen zijn van de gemeente of een particuliere bouw- grondexploitatiemaatschappij. Voordat dus tot uitvoering van een uitbreidingsplan wordt overgegaan, is de grond geheel of althans grootendeels in één hand gekomen en is het bezwaar van het ge bruik van minder juiste kadastrale plans bij den opzet van een uitbreidingsplan sterk naar den achtergrond geschoven. Bij het tot exploitatie overgaan van den grond, in een uitbreidingsplan be grepen, komt pas de eigenlijke taak van den gemeentelandmeter

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 37