55
Internationale Landmetersfederatie.
Het zesde vierjaarlijksche congres zal in October 1938 te Rome gehouden
worden direct na het Internationale Congres voor Fotogrammetrie. Vermoedelijk
zal het vier dagen duren; bovendien zijn nog enkele dagen bestemd voor be
stuursvergaderingen en uitstapjes.
Het Sindacato Nazionale Fascista dei Geometri heeft de eer, in opdracht van
de Internationale Federatie, tot deelneming aan het congres uit te noodigen de
Regeeringen, de aangesloten nationale vereenigingen, individueele landmeters,
nationale vereenigingen uit niet aangesloten landen en verder alle instellingen,
vereenigingen en personen, die belang hebben bij het beroep van den landmeter
of het object van zijn werkzaamheid. Het verzoekt, reeds nu aan de voor het
congres bestemde rapporten te beginnen.
Het congreswerk wordt verdeeld over de volgende vijf commissies. Voor
zitter en rapporteur moeten resp. benoemd worden door de tusschen haakjes
vermelde landen. Voor elke commissie wordt door Italië een secretaris benoemd.
I. Kadaster (Joegoslavië, Frankrijk). Ie. Ontwerp voor de vorming van een
grondkadaster. 2e. Unificatie van overeengekomen teekens.
II. Methoden en Instrumenten. Fotogrammetrie (Zwitserland, Nederland).
Ie. Beschrijving en gebruik van een modem landmeetkundig instrument of van
een bijzondere verbetering. 2e. De taak van den landmeter bij fotogrammetrisch
werk. 3e. Handboeken voor het fotogrammetrisch onderwijs aan de opleidings
instellingen voor landmeters.
III. Stedebouwkundige vraagstukken en streekplannen (Denemarken, Enge
land). Ie. De gedetailleerde kaart voor de bestudeering van uitbreidings- en
streekplannen. 2e. Bestudeering van het uitbreidingsplan met betrekking tot de
oeconomie van nog aan te leggen verkeerswegen. 3e. De invloed van bouwver
ordeningen op den eigendom.
IV. Opleiding (Polen, België). Ie. Bevoegdheid van den landmeter naar het
inzicht van de landmetersvereeniging. 2e. De algemeene voor het begin van den
loopbaan vereischte opleiding. 3e. Programma van het technisch onderricht.
Beroepsorganisatie.
V. De jonge landmeters (Engeland, België). Ie. Vraagstukken betreffende
de jonge landmeters. Ordening in de uitoefening van het beroep en eigenschap
pen, die na het behalen van het landmetersdiploma vereischt zijn. 2e. De functie
van den jongen landmeter in de beroepsorganisatie en de daaruit vloeiende
voordeelen.
Voorschriften voor het inleveren van rapporten.
1. De aangesloten vereenigingen en de Regeeringsdelegaties kunnen een rap
port over elk der bovengenoemde onderwerpen indienen.
2. Van individueele deelnemers uit een land, waar een aangesloten vereeniging
bestaat, kunnen geen rapporten aangenomen worden.
3. Niet aangesloten vereenigingen en personen die belang hebben bij het