79
gevallen de definitieve terreinsafscheiding nog niet aanwezig.
Het nut van „meten vóór de akte" behoeft hier niet uiteengezet
te worden. De in mijn vorig artikel ontworpen werkwijze is een
poging om deze moeilijkheid op te lossen.
Het is niet mijn bedoeling het vormen van nieuwe nummers vóór
de overdracht geheel onmogelijk te maken. Als het publiek werkelijk
een nummer noodig heeft, moet het dit kunnen krijgen, ook indien
deze werkwijze in andere opzichten minder wenschelijk mocht zijn.
Het is echter voor mij de vraag of dat nieuwe nummer werkelijk
altijd noodig is en of niet in vele gevallen het voorgestelde kaartje
voldoende is.
In de Noordelijke, Oostelijke en Zuidelijke provinciën komt de
splitsing voor de overdracht indien men de opdrachten van de
Overheid (Rijk, provincie en gemeente) niet meerekent) slechts
zeer weinig voor.
Naar mijn meening zal deze toestand alleen veranderen, indien
er een weg gevonden wordt om vlug en goedkoop aan het voor het
publiek zoo gewenschte „meten voor de akte" te kunnen voldoen.
De voorgestelde werkwijze maakt dit mogelijk. (Voor de bijhou
ding van het Kadaster blijft de toestand in deze provinciën vrijwel
hetzelfde, want het spreekt van zelf, dat evenals nu het geval is,
ieder jaar de akteposten, die definitief afgescheiden zijn, afgedaan
behooren te worden.)
II. Bij het voorafgaande is uitgegaan van de gebruikelijke om
schrijving in de akte: zooals op het terrein afgebakend. In mijn
vorig artikel is voor de nieuwe werkwijze een andere clausule voor
gesteld: zooals met het cijfer I op de aan de akte gehechte kaart is
aangegeven en zooals dit later ambtshalve door den landmeter van
het Kadaster opgemeten en ten name van den kooper gesteld zal
worden. Ter voorkoming van misverstand merk ik op, dat op het
kaartje geen meetcijfers voorkomen en verschil tusschen dit kaartje
en de latere opmeting niet geconstateerd zal worden, indien aan de
genoemde tolerans de hand wordt gehouden.
Of het wenschelijk is deze clausule in de akten op te nemen,
hangt af van het antwoord op deze vraag: „Wordt het recht van
eigendom verkregen, indien de omschrijving in de akte luidt: ,,een
bouwterrein breed 9 m, zooals op het terrein zal worden afge
bakend en uitmakende
Een bespreking van deze vraag zou te veel op zijpaden voeren.