93
deze thans alleen maar voor het bezien van een bouwplan gebruikt,
zal straks diezelfde dienst kaarten noodig hebben, waarop water
leiding en rioleering kunnen worden geprojecteerd en vastgelegd.
Door te meten volgens methode III, zullen we in staat zijn aan deze
verhoogde eischen te voldoen, hetgeen bij toepassing van het tweede
systeem is uitgesloten.
e. Als na verloop van jaren in een terrein een vrijwel aaneen
gesloten polygoonnetje is gegroeid, kan men gemakkelijk een werk
plan aanleggen door de hoeken te meten en de punten al is het
ook in een willekeurig stelsel te berekenen.
Een eenvoudige administratie maakt het mogelijk, de meet
lijnen direct in het archief te vinden. Men nummert daartoe de
knikpunten, kaarteert deze op de plans en vermeldt vast in de
coƶrdinatenlijst alle veldwerken, waarop het punt voorkomt. De
oude meetlijnen van methode II moet men zoeken, men dient ook
alle veldwerken van omliggende perceelen na te snuffelen; maar
met behulp van bovengenoemde administratie vindt men via plan
en lijst dadelijk, wat men noodig heeft.
Aan methode III is dit bezwaar verbonden, dat ze te veel tijd
kost, wanneer in de toekomst de verhoogde eischen niet mochten
worden gesteld. Nu valt die extra tijd nog al mee, want we hebben
slechts een of twee meetlijnen verder te kijken, dan we anders van
plan waren. Bovendien geldt dit alleen, als de meetlijn voor de
eerste maal wordt opgezet, daarna meet men precies zoo als bij de
tweede werkwijze. En verder vergete men niet, dat bij een latere
hermeting van den - volgens methode II verrichten arbeid 80
wordt weggegooid
Tenslotte de vraag: in welke terreinen is het wenschelijk volgens
methode III te meten?
Hiervoor komen m.i. in aanmerking:
1. Terreinen in en bij steden en dorpen, waarvoor uitbreidings-
en streekplannen bestaan.
2. Die gedeelten, waarvan de landmeter constateert, dat er uit
breiding of al dan niet geheele vernieuwing te wachten is, al be
staan daarvoor nog geen uitbreidingsplannen.
3. Ook is de methode, hoewel ze dan vrijwel een complete her
meting is, wenschelijk voor die terreinen, welke een groote verkave
ling ondergaan en waarvan de parcelleering in de toekomst nog
verder zal worden doorgevoerd.