96
den heer K 1 u v e r s in het boven aangehaalde vermeld als recht-
looze afspraken van partijen.
Art. 1374 B.W. houdt in: iedere wettige overeenkomst strekt
partijen tot wet en dit is wel een van de hoofdbeginselen van het
causale recht, hetwelk art. 671 B.W. ten aanzien o.a. van grens-
overeenkomsten mondeling of schriftelijk, doch niet overge
schreven totaal verwerpt.
Nu schrijft de heer Kluvers verder op blz. 77:
b. „rechtspreken is niet louter en alleen het oplossen van een juri
disch of in dit geval juridisch-technisch vraagstuk.
„De rechter is geen wiskundige, die langs den weg van de
„logica de oplossing vindt, maar een mensch, die binnen de
„grenzen hem door het Recht gesteld en op den grondslag van
„de posita van partijen, de billijkheid zoekt".
Indien nu de wet tegenstrijdige richtingen bevat, zullen in een
proces, waarin die richtingen kunnen dienen, deze steeds tegen el
kander worden uitgespeeld: in dezen B.W. 671, het gestrenge ar
tikel, en B.W. 1374, uit billijkheid en om rechtswille toegepast op
de grensovereenkomst: afspraak van partijen.
Deze tegenstrijdigheid moge alzoo oorzaak zijn, dat de rechter
op grond van het Recht „de billijkheid moet zoeken", schrijver dezes
acht de aangewezen tegenstrijdigheid een belemmering voor een
goede rechtspraak, dewelke moet plaats vinden op grond van
de wet: de mondelinge grensovereenkomst vraagt om rechtser-
kenning in de wet, uit hoofde van haar groote algemeenheid en
practische beteekenis voor het recht en in de overeenkomst door
vermelding van den aard der begrenzingen van het overgedragen
vast goed.
De rechtspraak op grond van de wet een voorbehoedmiddel
tegen willekeur is noodzakelijk om de wet te kunnen handhaven
en eischt een wet, waarin de verschillende bepalingen elkander dek
ken en zonder onderlinge tegenspraak op iedere welomschreven
en redelijke rechtsoorzaak toepassing kunnen vinden.
De billijkheid komt eerst in aanmerking als de wet het onder
havige geval niet of niet voldoende behandelt.
Ontegenstrijdigheid in de wet brengt noodzakelijk „logica" in
de rechtspraak.
We zullen hier thans niet verder op ingaan en komen thans tot
punt II van den heer Kluvers.