99
ringsbepaling vervat in art. 671 B.W. en dus: wettelijke erkenning.
Amsterdam, Juni 1938.
Literatuuroverzicht.
1. Boekbeoordeeling.
2. Tijdschriften en boekbeoordeelingen.
Un problème administratif cadastral fondé dans le droit ayant d'intérêt
pour le cadastre néerlandais.
Nederlander-Middenstander: Empire building. 175 biz. 16 X 24
cm. Drukkerij de Toekomst. Soerabaja 1938.
Dit boek is als een vervolg te beschouwen op de in het Februarinummer 1937
besproken brochure: „Grond voor den Nederlander" 1) door Mr. S. a a r s m a.
Ook deze schrijver vindt de voorstellen van de commissie-Spit geheel onvol
doende en ook hij ijvert voor de opheffing van het vervreemdingsverbod. Het
ontstaan van een Nederlandschen middenstand in Indië wordt door hem voor
het behoud van Nederlandsch-Indië van de allergrootste beteekenis geacht. Bo
vendien wordt gepleit voor een andere indeeling van de bewoners van Neder
landsch-Indië en het los laten van de zoogenaamde ethische richting.
Deze zeer ingrijpende veranderingen kunnen naar de meening van den schrij
ver alleen door een „moderne Coen" tot stand gebracht worden. Hiermede ko
men wij echter op het gebied van de politiek en dat is voor dit tijdschrift ver
boden terrein. C. J. K.
N. 1938/41 geeft een vonnis van de Rechtbank te Groningen over het Stads-
Meierrecht van de Stad Groningen. Dit is een zakelijk recht, niet in de wet
genoemd, een species van het genus beklemrecht en kan eveneens door verjaring
worden verkregen. De Stad revindiceerde 2 perceelen, welke gedaagden in huur
hadden van het Departement Pekela van de Maatschappij tot Nut van het
Algemeen. De kern van de zaak is nu of het Nut van deze perceelen het Stads-
meierrecht zou hebben, zooals werd beweerd. In elk geval zou het Nut dit vol
gens de gedaagden door verjaring hebben verkregen. De eisch wordt afgewezen,
omdat ten eerste niet is gebleken ten processe van wettigen titel en ondubbel
zinnig bezit gedurende 30 jaren, ten tweede het Nut niet als Stads-meier is ge
boekt en ten derde een algemeene regel verbiedt, beklemrecht in de doode hand
te brengen, omdat dan de eigenaar van alle geschenken zou worden beroofd. In
het vonnis wordt een en ander geciteerd uit de Pekelder Conditiën uit de 17e
eeuw.
N. J. 1938/90. Hier wordt weer eens behandeld de kwestie van „afscheiding"
dan wel „revindicatie" (678 of 629 B.W.). Eischers geven precies aan waar
de grens zou moeten liggen, anders dan de grens op het terrein en dus conclu-
1) Opgenomen in de bibliotheek van K. en L.