160 in de gelegenheid te zijn, zal het ook noodig zijn, dat de stukken inderdaad vóór den aanvang van het congres aan de congresbe zoekers worden toegezonden. Thans is dit niet geschied. Welis waar zijn alle commissierapporten op het congres te Rome rondge deeld. doch er was geen tijd voor bestudeering. Dit zal door ver schuiving van den termijn van inzending wijziging moeten onder gaan. Ook de onderwerpen, die men wenscht te bespreken, dienen te voren te worden aangeduid en als discussieproblemen aan de na tionale vereenigingen te worden medegedeeld. Zoo mogelijk dient men door tevoren uitgenoodigde sprekers de discussie over deze onderwerpen te doen inleiden. Thans bepaalt de toevallige activi teit van betrekkelijk willekeurige vakgenooten in de periode voor het congres, welke materie zal worden behandeld en welke niet. Dit is weinig productief. Verder heb ik eenige malen sterk den indruk gekregen, dat men nog altijd in de periode verkeert, waarin meer de constructeurs der instrumenten en zij die er achter staan, een levendig aandeel aan de discussie nemen, dan wel de gebruikers, die hetzij mededeeling doen van verkregen resultaten, hetzij een discussie openen over ondervonden moeilijkheden. Dit beteekent, dat óf het gebruik toch nog niet die vorderingen heeft gemaakt, welke men wel zou wenschen, óf dat de gebruikers ieder voor zich blij zijn met de ontwikkelde methoden en zich ver der niet al te veel moeilijkheden bezorgen over de mogelijkheden, die er ook voor hen met andere methoden nog zouden bestaan. Er wordt n,l. in de luchtkaarteering wel sterk met oogkleppen gewerkt, en de nationale grenzen spelen in dit opzicht een zeer bedenkelijke rol. Ieder land heeft zoo zijn eigen methoden en er zijn slechts een luttel aantal gebruikers, die de gelegenheid hebben een paar methoden of apparaten met elkander te vergelijken. In Duitschland gebruikt men Zezss-instrumenten, in Zwitserland Zwitsersche en in Italië Italiaansche instrumenten. Op een dergelijk congres be kruipt mij soms het gevoel, dat men blij is als Nederlander niet uit sluitend Nederlandsche instrumenten te moeten of te willen ge bruiken. Er ligt ongetwijfeld een kracht van de Nederlandsche luchtkaarteering in het feit, dat wij niet alleen in beginsel, maar ook in de practijk bereid zijn om alle ontwikkelde methoden te be- studeeren en op hun verdiensten te onderzoeken. Hoe smal in dit

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 113