Onthoeken of ontschranken. C. Apon F rij tag Drab be, hoofd van den Opnemingsdienst van den Topografische Dienst: Op de jaarvergadering van de Vereeniging voor Fotogrammetrie, gehouden op Waalhaven in de eerste helft 1937, zou gelegenheid gegeven worden voor gedachtenwisseling over de wijziging van het hier te lande gebruikelijke woord „onthoeken" in „ontschranken". De heer Heines heeft daarbij, als voor stander van de wijziging, gelegenheid gekregen, zijn standpunt uiteen te zetten. Met het oog op gebrek aan tijd was discussie bij voorbaat uitgesloten en deze heeft dan ook niet plaats gehad. Daar ter vergadering een commissie werd ingesteld, die tot taak kreeg, het Nederlandsch woordenboek voor fotogrammetrie te bewerken, leek mij het beste, te gelegener tijd bij deze commissie van mijn tegengestelde zienswijze te doen blijken. Nu echter de heer Bramlage in „Fotogrammetrie" No. 2 een artikel schrijft, waarin hij de werkwijze bij den Topografische Dienst beschrijft als radiaaltriangulatie -j- onthoeking en de redactie dit zoo maar wijzigt in radiaal- triangulatie ontschranking en daardoor de indruk gewekt wordt bij ons, als zou iu de redactie van het Tijdschrift de zaak bereids als afgedaan worden beschouwd, terwijl andere lezers uit het voorkomen van dit woord in een ar tikel van den heer Bramlage concludeeren kunnen, dat de Topografische Dienst zich ook bij de nieuwe benaming heeft aangesloten, nu acht ik het tijd, toch voor een andere zienswijze op te komen. De heer Heines voerde tegen het woord onthoeken aan, dat hceleroaal geen hoeken uit de luchtopnamen worden weggenomen, integendeel, alle hoeken die eenmaal op het oorspronkelijke beeld voorkwamen, kwamen ook, zij het in gewijzigden vorm, voor in het verbeterde beeld. Vóór het woord ontschranken voerde hij aan, dat schrank beteekent scheef; „een raam is schrank" beteekent: „het is niet meer haaksch". En daar de niet- verticaal genomen foto alles verteekend heeft en men aan de figuratie de juiste hoeken weer teruggeeft, is geen beter woord te bedenken dan ontschranken. Ik hoop hiermede den heer Heines recht te hebben laten wedervaren. Ik heb zijn woorden destijds niet opgeteekend, doch meen, dat dit behoorlijk weer geeft, wat hij betoogde. Maar nu het andere standpunt. Wel verre van te willen aangeven, dat de hoeken uit het fotobeeld worden weggenomen, gaat men van de volgende redeneering uit: De foto behoort opgenomen te worden met zuiver loodrecht gerichte camera- as. Dat lukt, om welbekende redenen, nooit en bet gevolg is, dat voor vrijwel alle beelden geldt, dat de camera-as tijdens bet maken van de opname een zekeren hoek heeft gemaakt met de verticaal. De verteekening, ontstaan door

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 2