Vl X4 y v TABEL 1. f formaat a B tr. in cm in km k r 20 18 X 18 4.0 1,2 f. t. 1.0 2,50 1,45 4,6 (RMK C 3) 4,0 1,2 k.t. 0.3 12,15 3,17 9.0 10 18 X 18 2,0 1,2 f. t. 1,0 2,50 1.45 4,6 (P 10) 2,0 1,2 k.t. 0.6 3,96 1,82 10.3 4,0 2,4 f. t. 1,0 2,50 1,00 3,1 4,0 2,4 k. t. 0,6 .3,96 1,29 7,3 20 30 X 30 4,0 2,0 f. t. 1.0 2,50 1,10 3,5 (P 20) 4,0 2,0 k.t. 0,5 5,12 1,61 4,6 Voor de fototriangulatie (f. t.) is aangenomen k 1 en voor Q de kernvlaktriangulatie (k. t.) volgt deze uit k. Zooals van- a zelf spreekt geeft de groote-hoekcamera bij dezelfde opnameschaal ten opzichte van de oude camera geen winst bij de fototriangulatie en wèl bij de kernvlaktriangulatie. Verder levert de P 20-camera bij dezelfde opnameschaal bij beide methoden nog een merkbare winst in vergelijking tot de P 10. Om met een P /O-camera een betere schaaloverdracht te krijgen door fototriangulatie dan met een RMK C 3 moet men de eerste op dezelfde vlieghoogte ge bruiken als laatstgenoemde. Men krijgt dan echter de halve schaal en het is de vraag of men dan dientengevolge niet verliest hetgeen men door de kleinere waarde van J/' wint. Wel is bij foto triangulatie de waarde van ;x binnen ruime grenzen onafhankelijk van de opnameschaal. doch de m. f, in de coördinaten van de aange meten punten stijgt. Door de geringere z.g. „puntnauwkeurigheid" zal men dus in de m. f. in den onderlingen afstand van twee pun ten weer een gedeelte van de winst aan nauwkeurigheid door de betere schaaloverdracht verliezen. Men moet ook overigens met het hanteeren van de getallen uit tabel 1 oppassen. Zoo is bij de fototriangulatie voor k een opti- «L X O O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 44