94 Voor zeer lange strooken is, mede met het oog op de on zekerheid in voor (8) te schrijven: (9) ms. m, Bi Tm0 3 >n0 s, /yfc Het zou nu voor de hand liggen behalve ook m m. f. in de ligging van het punt Of in de richting dwars op den poly goon O0 O, t/m Ot te berekenen. Immers aan de hand van de formules (4) en (6) kan men de fig. O» O, O2 O gewoon als een veelhoek behandelen. Bovendien zal deze dan nog het voor deel hebben, dat de vorm gestrekt en zeer regelmatig is, zoodat de bij de vereffening van veelhoeken gevonden resultaten kunnen worden toegepast zonder dat zij in zoo sterke mate benaderingen beteekenen als bij toepassing op de gewone aardsche veelhoeks meting vaak het geval is. Alvorens hierop nader in te gaan, zij er echter de aandacht op gevestigd, dat de formules (4) en (6) zonder nadere overwegingen geen bevredigende uitkomst kunnen geven. Zij zijn afgeleid zonder rekening te houden met de wijze, waarop de hoeken in fig. 1 tot stand komen of worden gemeten, d.w.z. noch met eventueele corre latie noch met ongelijke gewichten is gerekend. Van het standpunt van de foutentheorie gezien, behoeft het artikel van V o n G r u- ber daarom een belangrijke aanvulling. Het uitgangspunt van V o n G r u b e r, dat ook tot hier is aangehouden, kan wel resul taten leveren voor het effect van bepaalde systematische fouten en doet dit ook voor de kernvlaktriangulatie, doch niet voor den in vloed van de toevallige fouten. Voor een enkel geval is dit reeds ter sprake gekomen. Kint vestigde in Biidmessung 1937 blz. 10 t/m 14 de aandacht op de afhankelijkheid van de fouten in de di verse hoeken en gaf voor m een afleiding, die echter ook niet geheel bevredigend is. Bij de nadere studie van de foutenvoortplanting zal men daar om onderscheid dienen te maken tusschen de fototriangulatie en de kernvlaktriangulatie, omdat de methoden van meten niets ge meen hebben, 2. Foutenvoortplanting bij fototriangulatie. Ten einde formules te verkrijgen, die bij iedere wijze van meten en rekenen geldigheid blijven bezitten, is in fig. 2 uitgegaan van richtingsmetingen. Tevens is aangenomen, dat men de schaalover-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 47