107 pijlen duiden op een negatief resp. positief teeken van A <p. Men kan uit de figuur direct de grootte van A <p in een willekeurige richting aflezen; zoo ziet men, zooals ook uit de formule blijkt, *v dat A^ 0 voor <p. 0°, 90°, 180 of 270 en dat de abso lute waarde van A <p een maximum van 4C,35 vertoont voor ^=45°. 135°, 225° of 315°. 2C, Gelijkmatige terreinhelling H ten opzichte van een rechte lijn AB, welke een hoek 'V maakt met de X"~as, dus: h H (X - sin V Y'- cos 49. h h Stelt men bij benadering X'—~j!x, en y.< d30 wordt dit: (23) h- H (V.' sin V y'! cos Verder wordt verondersteld: i=j=0, e 0, hr 0. Met deze gegevens wordt de formule (21): h„ x"; y':' 1 cos t') h, x[' I i/v'O cos i) sin t'1 cos tg A Cp h ^-'2 cog i y'j2 h£(x'. 2 y 2 cos i y /'sin j) of met eenige voor de hand liggende benaderingen:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1938 | | pagina 60